Blijft sociaal ondernemerschap na de Gemeenteraadsverkiezingen op de agenda’s staan?

Social Enterprise NL vergeleek de verkiezingsprogramma’s van de G4 steden en deelt de belangrijkste inzichten.

De afgelopen jaren hebben steeds meer gemeenten sociaal ondernemerschap een plek gegeven in beleid. AmsterdamDen Haag en Rotterdam hebben Actieplannen gelanceerd en Utrecht heeft de Social Impact Factory mede opgestart. De G32 heeft in 2016 sociaal ondernemerschap tot speerpunt benoemd.

Het is belangrijk dat deze programma’s na de Gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart worden voortgezet. Social Enterprise NL en Social Impact Factory schreven daarom in de zomer van 2017 een gezamenlijke brief aan politieke partijen, met de oproep om sociaal ondernemerschap een plek te geven in de verkiezingsprogramma’s.

Inmiddels zijn de meeste verkiezingsprogramma’s vastgesteld. Daarom hebben wij voor de G4 steden de verkiezingsprogramma’s van de grootste politieke partijen vergeleken. Welke thema’s zijn in welke stad belangrijk? En welke partijen stellen zich het meest ontvankelijk op? Voor het complete schematisch overzicht, klik hier. Maar Social Enterprise NL is ook geïnteresseerd in de status van sociaal ondernemen buiten de G4. Help ons ook dit in kaart te brengen! Hierover volgt later meer. Dit artikel bespreekt nu eerst per stad kort de belangrijkste inzichten.

Amsterdam: Van buurtontwikkeling tot re-integratie

Van de zeven grootste partijen in Amsterdam noemen vijf partijen sociaal ondernemerschap in hun verkiezingsprogramma: D66, GroenLinks, SP, PvdA en de ChristenUnie. Het verschil tussen deze partijen is groot. Waar D66 sociaal ondernemerschap voorzichtig een plek geeft in de context van ruimtelijke ontwikkeling, ziet de SP sociaal ondernemers als belangrijke schakel in het opbloeien van buurten. De PvdA en GroenLinks benadrukken juist de waarde van sociaal ondernemers bij het re-integreren van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De PvdA wil dan ook concreet investeren in het uitbreiden van het aantal sociale ondernemingen. De VVD en het CDA noemen sociaal ondernemen niet.

Den Haag: Sociaal ondernemerschap in zorg en welzijn

De VVD Den Haag ziet een belangrijke rol weggelegd voor sociale ondernemingen bij het hervormen van het zorg- en welzijn domein: “De VVD wil dat grote subsidies aan welzijnsorganisaties worden afgebouwd en wil sociaal ondernemingen die (op termijn) een realistisch eigen verdienmodel hebben de kans bieden om deze taken over te nemen. Zo kunnen tientallen miljoenen euro’s gemeenschapsgeld beter worden besteed. Sociaal ondernemers krijgen de kans om nieuw werk te genereren en zorg die beter aansluit op de vraag van bewoners.” Daarnaast wil de partij een ‘crowdfunding platform’ oprichten, dat beginnend sociaal ondernemers helpt opstarten. Andere partijen zoals GroenLinks en de PvdA halen sociaal ondernemerschap ook concreet in hun programma’s aan in de context van het stimuleren van duurzaam ondernemen. D66 noemt “alle sociale ondernemingen hun partner in het bestrijden van jeugdwerkeloosheid.” Daarnaast signaleert de partij dat de gemeente nu nog onvoldoende toegankelijk is voor ondernemers. Daarom wilt D66 dat er één werkgeversloket komt waar ondernemers geholpen worden met vragen over regelgeving, vergunningen en procedures.

Rotterdam: Social Impact Bonds en launching customer

In de gemeente Rotterdam haalt de PvdA  sociaal ondernemerschap concreet naar voren door te stellen dat het bedrijven wil helpen te investeren in duurzame groei en sociaal ondernemerschap. Het CDA vindt dat maatschappelijk ondernemers een podium moeten krijgen en wil investeren in samenwerkingen met investeerders in de vorm van ‘Social Impact Bonds’. D66 wil dat gemeente als ‘launching customer’ Rotterdamse bedrijven en initiatieven meer ruimte biedt. De VVD en Leefbaar Rotterdam noemen sociaal ondernemen niet.
Utrecht: Inkoop en aanbesteding

Ook in Utrecht staat sociaal ondernemerschap op de agenda: vier partijen noemen sociaal ondernemen concreet in hun verkiezingsprogramma’s. Zo wil D66 dat de gemeente voorop loopt bij het inkopen bij (lokale) sociale ondernemers. GroenLinks en Stadsbelang Utrecht benadrukken de cruciale rol van sociale ondernemers bij het creëren van werkgelegenheid. Stadsbelang Utrecht wil sociale ondernemers hier zelfs verder bij op weg helpen door het instellen van aanjaagsubsidies. De PvdA is van plan sociaal ondernemers te ondersteunen door in het inkoop- en aanbestedingsbeleid eisen te stellen aan de ‘social return’. Ook de CU en de SP zien heil in het aanpassen van het aanbestedingsbeleid.

G4: Sociaal ondernemerschap staat op de agenda

Het eerste wat opvalt is dat van alle 32 onderzochte verkiezingsprogramma’s meer dan de helftsociaal ondernemen concreet benoemd. Vooral in Amsterdam en Utrecht lijkt het politiek bewustzijn groot. De context waarin sociaal ondernemerschap genoemd wordt verschilt echter per stad en per partij. Dat is te verklaren door het feit dat sociale ondernemingen zich op verschillende maatschappelijke doelen richten en hierdoor te maken hebben met verschillende afdelingen van een gemeente. Dit is tevens een van de grootste frustraties van sociaal ondernemers, zij worden ‘van het kastje naar de muur’ gestuurd. Daarom pleiten Social Enterprise NL en Social Impact Factory in hun brief voor het instellen van een aanspreekpunt voor sociale ondernemingen.  Dit heeft de verkiezingsprogramma’s nog niet gehaald, maar het is absoluut winst dat  sociaal ondernemerschap in veel programma’s wordt genoemd. Dit vergroot de kans dat de programma’s die de afgelopen jaren zijn opgezet in de volgende collegeperiode worden voortgezet.

(bron : Social Enterprise NL – GR2018 en sociaal ondernemerschap, Februari 2018 )

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *