Berichten

Zicht op duurzame samenwerking tussen gemeenten en sociaal ondernemers

Minder eenzaamheid onder ouderen. Hergebruik van afval. Mensen met afstand tot de arbeidsmarkt weer laten meedoen. Gemeenten en sociaal ondernemers streven vaak dezelfde doelen na. Maar vaak vinden zij elkaar niet. Een gemiste kans, want door samen te werken wordt hun impact groter en duurzaam.

Gemeenten geven aan dat zij de afgelopen twee jaar behoorlijke stappen hebben gezet ter verbetering van de samenwerking met sociale ondernemingen. Maar die laatste groep ervaart dat nog niet echt, blijkt uit het (vervolg)onderzoek Zicht op duurzame samenwerking van Social Enterprise NL en PwC naar de samenwerking tussen gemeenten en sociale ondernemingen. Zeven aanbevelingen verdienen aandacht.

‣   Interne training om intern begrip te creëren
‣   Betrek sociaal ondernemers bij verhogen van kennis
‣   Sla een brug tussen portefeuille budgetten
‣   Gebruik SDGs als gemeenschappelijke taal
‣   Maak werk van artikel 2.82 Aanbestedingswet
‣   Breng MKB en sociale ondernemingen verder bij elkaar
‣   Ga creatief om met financieel beperkte ruimte

Meer weten? Lees het rapport voor alle insights over het onderzoek naar de samenwerking tussen gemeenten en sociaal ondernemers: zicht op duurzame samenwerkingen.

(bron: Social Enterprise NL)

SER Noord-Nederland adviseert over sociaal ondernemerschap in Groningen

De voorzitter van de Sociaal Economische Raad Noord-Nederland, prof. Jouke van Dijk, heeft afgelopen donderdag de actieagenda ‘Impact ondernemen in Groningen, het andere winstdenken’ aangeboden aan gedeputeerde Eelco Eikenaar van de provincie Groningen.

Dit gebeurde tijdens een themabijeenkomst over sociaal ondernemerschap bij Brouwerij de Prael in Groningen, waar meerdere sprekers inzoomden op dit onderwerp.

Steeds meer ondernemers maken maatschappelijke doelen onderdeel van hun bedrijfsvoering, waardoor mensen met grote afstand tot de arbeidsmarkt meer mogelijkheden krijgen op betaald werk. Omdat deze aanpassing in de bedrijfsvoering vaak niet vanzelfsprekend gaat, komt de SER Noord-Nederland met concrete acties om ondernemen met impact verder te ontwikkelen.

Op de noordelijke arbeidsmarkt is sprake van een grote discrepantie: enerzijds bestaan in verschillende sectoren al enige tijd grote tekorten aan goed opgeleide arbeidskrachten, anderzijds staan nog veel mensen aan de kant vanwege een te laag opleidingsniveau en/of een beperking.

Actiepunten SER Noord-Nederland

Met dit vraagstuk heeft de SER Noord-Nederland zich de afgelopen periode beziggehouden, op verzoek van de provincie Groningen, door te adviseren over de vraag hoe sociaal ondernemerschap in de regio kan worden vergroot als kans voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het advies werd toegelicht door Renate Westdijk, als voorzitter van de adviescommissie van SER Noord-Nederland: “Door creatievere vormen van financiering te bieden kan nieuwe maatschappelijk georiënteerde bedrijvigheid ontstaan, waardoor er meer mogelijkheden op werk komen voor werkzoekenden, die er anders niet tussen komen. Daarnaast zouden overheden meer focus moeten hebben op de mogelijke maatschappelijke effecten van hun inkoopbeleid en veel minder op alleen de laagste prijs van die inkoop”.

Gedeputeerde Eelco Eikenaar gaf na de aanbieding aan dat hij verheugd was over het advies. “Het is een belangrijk onderwerp dat het verdient verder uitgewerkt te worden”.

De acties in het advies zijn in drie onderwerpen gegroepeerd, namelijk financiering, houding overheden en maatschappelijke meerwaarde. Enkele voorbeelden van acties zijn het opzetten van een resultatenfonds, het aanstellen van een centrale coördinator, meer uniformering tussen de overheden en een inhoudelijke advies- en financieringsrol van de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij. In totaal zijn 28 acties geïdentificeerd.

Het gehele advies lees je hier 

(bron :Harener weekblad – 1 maart 2019)

Sociaal ondernemen veel genoemd in coalitieakkoorden

De meeste gemeenten hebben inmiddels een coalitieakkoord. Social Enterprise NL onderzocht daarom in hoeverre sociaal ondernemen is terug gekomen in de nieuwe coalitieakkoorden van de G4 en G40 gemeenten.

Uit de inventarisatie blijkt dat sociaal ondernemen/sociaal ondernemerschap in 13collegeakkoorden van de G4 en G40 gemeenten concreet wordt benoemd (in drie gemeenten is nog geen coalitieakkoord). Dit betekent dat sociaal ondernemen in 1/3 van de gemeenten een plek heeft.

Per gemeente verschilt in hoeverre hier verdieping en context aan wordt gegeven. Bekijk hier het hele overzicht. We zetten de belangrijkste trends en thema’s op een rij.

Inkoop veel genoemd
Van degenen die sociaal ondernemen in hun coalitieakkoord benoemen, noemen de meeste gemeente dit in relatie tot hun eigen inkoopbeleid:

  • Zwolle: “Wij stimuleren het sociaal ondernemerschap, wij geven zelf het goede voorbeeld op het gebied van SROI doelstellingen binnen Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) en wij gebruiken onze ervaringen om onze partners, zoals gesubsidieerde instellingen, hetzelfde te laten doen.
  • Utrecht: “We zetten een volgende stap op het gebied van sociaal ondernemen en stimuleren de inkoop bij lokale partijen. De gemeente Utrecht geeft met haar eigen inkoop en bedrijfsvoering het goede voorbeeld.”

Stimuleren. maar hoe dan?
Een ander terugkerend element is stimuleren:

  • Nijmegen“We stimuleren (sociaal) ondernemerschap.”
  • Ede: “We stimuleren sociaal ondernemerschap en helpen bedrijven op weg om een bijdrage te leveren aan een samenleving waarin iedereen meedoet.”
  • Rotterdam: “Initiatieven van bewoners, (sociaal) ondernemers en bedrijven stimuleren en faciliteren wij.”

Hoe gemeenten dit gaan doen wordt uit de coalitieakkoorden nog niet duidelijk. Social Enterprise NL zal de ontwikkelingen in de verschillende gemeenten de komende jaren nauwlettend volgen.

Meer weten of de samenwerking tussen sociale ondernemingen en gemeenten? Kom op 20 september naar het werkwarenhuis in Den Bosch voor het congres De social enterprise als businesspartner van de gemeente.

(bron Social Enterprise 12 juli 2018)

Gemeenten en sociale ondernemingen: een gelukkig huwelijk?

De titel inspireerde me tot verder lezen. Want ja, ik ben voor die samenwerking en zie om mij heen mooie voorbeelden van nauwe connecties tussen beiden. In sommige gemeenten wellicht nog aan het begin van een  verloving, in andere gemeenten al bij en met elkaar voor een langere periode. Dat het bij sommigen bij een verkeninning blijft en dat dat een hindernis vormt wordt in dit artikel belicht.

Sociaal ondernemerschap groeit fors in Nederland. Deze groei zou voor gemeenten een welkome steun in de rug kunnen zijn bij belangrijke maatschappelijke taken. Echter, juist het beleid van lokale overheden lijkt voor deze ondernemingen een van de belangrijkste hindernissen voor verdere groei en ontwikkeling, blijkt uit recent onderzoek. Wat zijn precies de knelpunten en hoe kunnen gemeenten die oplossen?
(bron : Gemeenten voor de toekomst- 4 april 2018)

De G32 benoemde het sociaal ondernemerschap in juni 2017 tot een van de topprioriteiten (zie roadmap voor gemeenten ‘Meer impact met sociaal ondernemerschap’) en diverse gemeenten boeken mooie successen, maar in de praktijk is de samenwerking over het algemeen nog wat moeizaam, leert recent onderzoek.

En dat terwijl zo’n samenwerking voor lokale overheden juist een uitkomst zou kunnen zijn vanwege de forse toename van het takenpakket door de decentralisatie, bevestigen zowel de G32 als de SER in hun rapporten. Sociale ondernemers en gemeenten streven immers vaak dezelfde maatschappelijke doelen na.

Onderzoek knelpunten in samenwerking

Adviesbureau PwC besloot in samenwerking met onderzoeksbureau Social Enterprise NL, de Vereniging van Gemeentesecretarissen, gemeenten en sociale ondernemingen op zoek te gaan naar de knelpunten in deze samenwerking en publiceerde hierover onlangs het rapport ‘Prille kansen: de samenwerking tussen sociale ondernemingen en gemeenten in Nederland’.

Wat bleek? Ruim 40 procent van de gemeenten heeft daadwerkelijk (pril) beleid geformuleerd voor het stimuleren of faciliteren van sociaal ondernemerschap; 75 procent van de gemeenten vindt dat zij nog onvoldoende kennis heeft van sociale ondernemingen. Per gemeente bestaat er ook een groot verschil tussen het waarderen en erkennen van sociaal ondernemerschap, concludeert het rapport.

Ook mist het gemeentelijk systeem regelmatig flexibiliteit om te kunnen inspelen op deze nieuwe vorm van samenwerking. Anderzijds zijn sociale ondernemers zich vaak onvoldoende bewust van de aard en werking van een gemeente. Beide partijen blijken vaak een andere taal te spreken en elkaars intenties niet te begrijpen. Kortom, er ligt nog een wereld open voor krachtig partnerschap.

Maatschappelijk waarde

Hoe kunnen gemeenten en sociale ondernemingen beter samenwerken, is dan de vraag. De onderzoekers bogen zich over de materie en stelden daartoe aanbevelingen en handreikingen op. Zoals: breng de sociale ondernemingen in een gemeente in beeld, geef expliciete aandacht aan maatschappelijke waarde bij de inkoopbeoordeling en zorg voor een duidelijk gemeentelijk aanspreekpunt voor sociale ondernemingen.

Daarnaast is kennisopbouw voor gemeenten van belang voor het zien en benutten van de kansen van sociaal ondernemerschap. Ook het samenstellen van een afdelingsoverstijgend netwerk van gemeentemedewerkers kan helpen. Ten slotte is een extern netwerk of een broedplaats voor sociale ondernemingen een krachtig middel op weg naar mooie samenwerkingsverbanden tussen sociale ondernemingen en gemeenten.

Bevlogen pionier: Gemeente Hengelo

Er zijn ook gemeenten die het sociaal ondernemingschap al jaren stimuleren, veelal aangejaagd door een bevlogen pionier, en daarvan nu volop de vruchten plukken. Bijvoorbeeld in Hengelo, waar voormalig wethouder Bert Otten kansen zag in sociaal ondernemerschap voor het creëren van werk voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Samen met een voormalig manager van het Regionale Organisatie Zelfstandigen (ROZ) initieerde hij in 2010 het Ondernemerscentrum H164 met een missie op het terrein van ondernemerschap en sociale economie.

Inmiddels biedt de ROZ in opdracht van de gemeente Hengelo vanuit ondernemerscentrum H164 trainingen op het gebied van sociaal ondernemen, een klankbord, advies en een netwerk sociale ondernemers aan mensen die een sociale onderneming hebben of willen starten in Oost-Nederland, en fungeert voor hen als makelaar of partner. Daarnaast is een ondersteunend netwerk van bedrijven en instellingen actief om het sociaal ondernemerschap in de regio te promoten: de ‘Vrienden van H164’ zijn ambassadeurs voor sociaal ondernemerschap en fungeren als denktank.

Mooie samenwerkingsverbanden

Het werkt. “We hebben nu een sterk netwerk in de regio, zowel van sociaal ondernemers onderling als met gemeenten en bedrijven”, zegt Marte di Prima, ondernemersadviseur en accountmanager sociaal ondernemen bij het ROZ.

“Een mooi voorbeeld van wat dat kan bewerkstelligen: een sociaal ondernemer die circulair textiel maakt en een meubelstoffeerder zetten samen allerlei projecten op om ook statushouders aan het werk te helpen. Die maken nu fantastische kussens, waarvoor de Jan des Bouvrie Academie ontwerpen maakt. Dat soort samenwerkingsverbanden krijg je niet voor elkaar als je niet in netwerken zit.”

Sociaal ondernemers kunnen gemeenten veel bieden. Hengelo zet flink in op het creëren van arbeidsplaatsen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Maar het sociaal ondernemerschap biedt hen meer. Di Prima: “De gemeente Hengelo zag in 2010 al in dat sociaal ondernemerschap een enorme belangrijke rol kan spelen in (aandachts)wijken. Sociaal ondernemers werken veelal verbindend en genereren maatschappelijke impact voor zo’n wijk.“

Download het onderzoek ‘Prille kansen: de samenwerking tussen sociale ondernemingen en gemeenten in Nederland’ op de website van het G40stedennetwerk.

 En gemeenten, deel kennis met elkaar en wij hopen dat er nog meer mooie voorbeelden en duurzame oplossingen.
Dat de G32 inmiddels een stedennetwerk is met 40 gemeenten is een mooi gegeven.
Een ‘sterke netwerkorganisatie’.  Daarmee vormen ze een belangrijke  kopgroep voor de gemeenten in Nederland. Je ziet het ook terug aan de netwerkdagen die we drie, vier keer per jaar organiseren. Daar schuiven ook ministers en staatssecretarissen bij aan. Want als je die veertig wethouders in je beleid mee hebt, dan schiet het op in de uitvoering.

 

GEMEENTE MOET SOCIALE ONDERNEMING TIJD GEVEN

(H)erkenning, inkoop, verkokering en flexibiliteit staan meestal in de weg als de samenwerking tussen sociale ondernemingen en gemeenten niet loopt, blijkt uit een PwC-onderzoek onder 102 gemeenten en 164 sociaal ondernemers. Het rapport is vandaag aangeboden aan Willemien Vreugdenhil, wethouder in de gemeente Ede en voorzitter van de pijler Economie & Werk in het G40-stedennetwerk.

Samenwerking pril en moeizaam

Gemeenten en sociale ondernemingen lijken ideale samenwerkingspartners, omdat ze het oplossen van maatschappelijke vraagstukken centraal stellen. In de praktijk blijkt die samenwerking nog heel pril en vaak moeizaam, dus vroeg PwC hen waarom gemeenten en sociale ondernemingen elkaar maar mondjesmaat vinden. Het minst eens blijken zij het over erkenning en herkenning, flexibiliteit en verkokering, waarbij gemeenten een stuk positiever zijn dan sociale ondernemingen. Dat geldt ook voor de mate van inkoop. Over financiering, kennis en media zijn ze redelijk eensgezind.
Verschillende verwachtingen
Hoewel complex en pril is de samenwerking tussen sociale ondernemingen en gemeenten veelbelovend. Als wordt geïnvesteerd in samenwerking levert dit mooie resultaten op. Hoewel beide spelers kansen zien, ontstaan ook verschillende verwachtingen en perspectieven. Dat schuurt soms. In gemeenten met beleid op sociaal ondernemerschap (41 procent) waardeert 81 procent de samenwerking hoger met een 7 of hoger. Bij gemeenten zonder beleid is dat 64 procent. Veel gemeenten (84 procent) zeggen sociale ondernemingen te herkennen en te erkennen, maar sociale ondernemingen voelen dat veel minder (30 procent).

Waarde-uitruil
In de herkenning kan de samenwerking volgens PwC verbeteren door een overzicht van sociale ondernemingen te hebben. Zo wordt onderling contact gemakkelijker, ontstaat een basis voor een netwerk en kunnen sociale ondernemingen betrokken worden bij gemeentelijke doelen. Erkenning van hun maatschappelijke waarde vinden sociale ondernemingen belangrijk en ontstaat vooral door “waarde-uitruil”: de verkoop van producten en diensten of het ondersteunen daarvan. Waar gemeenten (h)erkenning het belangrijkste aspect van samenwerking vinden is dat voor sociaal ondernemers inkoop van producten en diensten. Gemeenten kunnen daar beter op inspelen door in de beoordeling maatschappelijke aspecten op te nemen door soms bewust voor kleinere volumes te kiezen of door social return on investment.

Flexibiliteit en verkokering
Vaak ontwikkelen sociale ondernemingen nieuwe oplossingen voor problemen, terwijl ook de overheid al een oplossing heeft. Gemeenten kunnen hier pas op inspelen als de innovatie er is. Dat vergt flexibiliteit. Daar kunnen gemeenten op anticiperen door een netwerk samen te stellen met medewerkers van verschillende afdelingen die inspelen op het initiatief. Soms regelt een contactpersoon dit dwars door de organisatie heen. Politieke steun en managementsteun is hierbij van groot belang. Verkokering zien beide partijen als probleem. Sociale ondernemingen gaan ervan uit dat een contactpersoon dit probleem oplost, maar volgens gemeente is dat een onvoldoende oplossing.

Langere termijn
De helft van de gemeenten heeft instrumenten voor het stimuleren of faciliteren van sociale ondernemingen. Voor hun ontwikkeling of opschaling zijn dezelfde instrumenten geschikt als voor start-ups en scale-ups van gewone bedrijven. Om van een idee naar een product of dienst te komen volstaan subsidies of kennisvouchers, in de startfase zijn participaties of startersleningen nodig. In deze en de volgende fase helpt het sociale ondernemingen als gemeenten rekening houden met een langere termijn tot winstgevendheid en lagere winsten die horen bij focus op het maatschappelijk doel van de onderneming. Overigens vindt driekwart van de gemeenten en sociale ondernemingen dat gemeenten nog te weinig weten van sociale ondernemingen. Een accountmanager, taskforce of projectgroep kan wel helpen net als het opzetten van een netwerk van of broedplaats voor sociale ondernemingen.

Flexibiliteit en verkokering
Vaak ontwikkelen sociale ondernemingen nieuwe oplossingen voor problemen, terwijl ook de overheid al een oplossing heeft. Gemeenten kunnen hier pas op inspelen als de innovatie er is. Dat vergt flexibiliteit. Daar kunnen gemeenten op anticiperen door een netwerk samen te stellen met medewerkers van verschillende afdelingen die inspelen op het initiatief. Soms regelt een contactpersoon dit dwars door de organisatie heen. Politieke steun en managementsteun is hierbij van groot belang. Verkokering zien beide partijen als probleem. Sociale ondernemingen gaan ervan uit dat een contactpersoon dit probleem oplost, maar volgens gemeente is dat een onvoldoende oplossing.

Langere termijn
De helft van de gemeenten heeft instrumenten voor het stimuleren of faciliteren van sociale ondernemingen. Voor hun ontwikkeling of opschaling zijn dezelfde instrumenten geschikt als voor start-ups en scale-ups van gewone bedrijven. Om van een idee naar een product of dienst te komen volstaan subsidies of kennisvouchers, in de startfase zijn participaties of startersleningen nodig. In deze en de volgende fase helpt het sociale ondernemingen als gemeenten rekening houden met een langere termijn tot winstgevendheid en lagere winsten die horen bij focus op het maatschappelijk doel van de onderneming. Overigens vindt driekwart van de gemeenten en sociale ondernemingen dat gemeenten nog te weinig weten van sociale ondernemingen. Een accountmanager, taskforce of projectgroep kan wel helpen net als het opzetten van een netwerk van of broedplaats voor sociale ondernemingen.

(bron : Binnenlands bestuur – Wouter Boonstra- 18 maart 2018)

MEER IMPACT MET SOCIAAL ONDERNEMERSCHAP

Ja, dat gegeven dat ondernemers vanuit de impact gedachte meer impact maken, dat is gelukkig zo. Dat die wereld wel degelijk aan het veranderen is en dat sociaal ondernemers als serieuze partij worden gezien die bijdraagt aan de samenleving, gelukkig ook.

Dat steeds meer wethouders zich daar ook over uitspreken en dat ondersteunen,  dat is goed nieuws. Zo schreef Willemien Vreugdehil,  Wethouder uit Ede,  het voorwoord voor de roadmap voor gemeenten van het Stedennetwerk G32. Met als underscore : Meer impact met Sociaal Ondernemerschap.
Het gehele rapport, c.q. Roadmap is te downloaden in pdf. 

Met deze Roadmap willen we gemeenten inspireren met een groot aantal tips en voorbeelden. Zodat we nog meer impact door sociaal ondernemerschap kunnen realiseren!

En zo is ook Wethouder Heutink in Ermelo enthousiast over het sociaal ondernemerschap. Dinsdag 20 februari bracht wethouder Esther Heutink van het CDA Ermelo op de dag van de sociale rechtvaardigheid een werkbezoek aan de Ermelose ondernemer Arie van Buuren. Elke maand brengt wethouder Heutink zo’n werkbezoek aan een Ermelose ondernemer om op die manier gevoed te worden vanuit de samenleving. ‘Sociale rechtvaardigheid gaat niet alleen om rechtvaardigheid tussen landen of de overheid en de burgers maar ook over hoe ondernemers met hun werknemers omgaan.

‘ Ze vindt het daarom belangrijk om maatschappelijk verantwoord ondernemen op de agenda te krijgen van de ondernemers.”

Zo ook wethouder Peter Heijkoop  uit Dordrecht , die bij de bedrijven langs ging die mesnen met een langere afstand tot de arbeidsmarkt een kans geven.  “Sociaal ondernemers zijn heel belangrijk in onze samenleving. Zij laten zien dat iedereen op zijn eigen manier een waardevolle bijdrage kan leveren aan het arbeidsproces. Ik hoop dat deze prachtige voorbeelden ook andere ondernemers stimuleren om meer mensen een kans op werk te geven.”

En zo volgen er meer gemeenten en wethouders die interesse tonen, betrokken zijn en zich hard maken voor deze sociaal ondernemers en daarmee voor het welzijn van hun bewoners in hun gemeente.
Ben benieuwd naar de gemeenteraadsverkiezingen. Lees hier meer over het vergelijkend onderzoek van Social Enterprise NL  van de verkiezingsprogramma’s van de G4 steden en de belangrijkste inzichten.

 

 

G32- Meer impact met sociaal ondernemerschap in en door gemeenten

Het G32-stedennetwerk is het netwerk van 38 (middel)grote steden in ons land, die elkaar vinden in de stedelijke vraagstukken waar de leden van het netwerk voor staan. Het belangrijkste doel van het G32-stedennetwerk is het behartigen van de gezamenlijke belangen van de G32-steden op diverse beleidsterreinen richting kabinet,  Eerste en Tweede Kamer en ministeries. Daarnaast heeft het G32-stedennetwerk ook een belangrijke rol waar het gaat om kennisuitwisseling.

Steeds meer gemeenten zien de waarde van sociaal ondernemerschap en zoeken de samenwerking op en het stedennetwerk G32 heeft sociaal ondernemerschap in 2016 al tot speerpunt benoemd.
Zo is er nu een roadmap Sociaal ondernemerschap ontwikkeld om gemeenten op weg te helpen.

In de Roadmap staat veel informatie voor gemeenten over sociaal ondernemerschap en de manier waarop gemeenten sociaal ondernemerschap kunnen stimuleren.

Dat kan door integraal accountmanagement, inkoop en aanbesteding en het stimuleren van het ecosysteem.

De Roadmap is tot stand gekomen in intensieve samenwerking met een G32-werkgroep van 15 actieve steden. In de Roadmap staan veel voorbeelden uit de steden, zoals uit Hengelo, Ede en Haarlemmermeer.

Lees hier de Roadmap Sociaal Ondernemerschap (pdf)

Laat je inspireren door de voorbeelden, als gemeente en ook als sociaal ondernemer. Op naar nog meer impact door sociaal ondernemerschap!

Voorwaarden voor kansrijke start als sociaal ondernemer in de zorglandbouw

Opstarten van een sociale onderneming is moeilijker geworden door grote veranderingen in de financiering van de zorgsector. Dit komt naar voren in een onderzoek van de Wetenschapswinkel van Wageningen University & Research.
Vooral sociaal ondernemers die zich richten op de doelgroep mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben het lastig. Wil je als startende sociaal ondernemer een kans maken, dan moet je van tevoren goed nagedacht hebben over de te maken keuzes en een stevig business plan hebben. De onderzoekers geven in hun rapport ‘Sociaal ondernemerschap in de zorglandbouw’, 10 basisvoorwaarden voor een kansrijke start als sociaal ondernemer.

Zo geven zij aan dat het verstandig is stil te staan bij de keuze voor je producten of diensten. Niet alleen omdat je een afzetmarkt moet hebben maar ook omdat je te maken hebt met een doelgroep die specifieke ontwikkeldoelstellingen heeft.

Het is bijvoorbeeld belangrijk om een diversiteit aan activiteiten op je bedrijf te hebben en jaarrond werkzaamheden te kunnen bieden.

Voor het maken van een goede start als sociaal ondernemer is het cruciaal om te weten hoe de financiering van de zorg geregeld is. Welk beleid heeft een gemeente, hoe ziet de sociale kaart eruit en wie zijn de contactpersonen? Dit vergt lobby en marketingvaardigheden.
Bij de opstart van een sociale onderneming is het van belang overheden aan de onderneming te binden. Dat kan door de impact van de onderneming zichtbaar te maken en daarnaast goed te kijken hoe deze aansluit bij doelen of uitdagingen van overheden en instellingen.

Zie voor meer informatie het rapport Sociaal ondernemerschap in de zorglandbouw – Voorwaarden voor een kansrijke startop de site van Wageningen University & Research.