Berichten

Social Impact Bond (SIB) voor integratie vluchtelingen

Private investeerders gaan vluchtelingen met een verblijfsvergunning helpen met integreren, zodat de overheid het niet hoeft te doen. De gemeente Veldhoven heeft als eerste Nederlandse overheidsinstantie een overeenkomst met het bedrijfsleven gesloten om de traditionele overheidstaak van integratie uit te besteden.

De Brabantse gemeente Veldhoven , vlak naast Eindhoven, heeft met het Amsterdamse Social Impact Finance een zogeheten Social Impact Bond (SIB) getekend. Bij een SIB schakelt de overheid een bedrijf in om met eigen geld een maatschappelijk probleem op te lossen. Slaagt het bedrijf in de opdracht, dan krijgt de ondernemer een geldelijke beloning. Mislukt het project, dan lijdt de investeerder verlies, maar loopt de overheid geen financieel blauwtje.

SIB’s bestaan al langer, maar werden tot nu toe niet ingezet voor de integratie van vluchtelingen, maar om Nederlandse werklozen en ex-gedetineerden aan het werk te helpen. Rotterdam had in 2014 de primeur met de eerste Nederlandse SIB

Social Impact Finance investeert geen eigen geld in de integratie van vluchtelingen in Veldhoven. Stichting Van den Santheuvel, Sobbe en een onbekende tweede investeerder stoppen samen 1 miljoen euro in intensieve taallessen en een project om statushouders dichter bij de arbeidsmarkt te brengen.

De kracht van het Veldhovense initiatief is de intensieve begeleiding van vluchtelingen, zegt Ineke Hurkmans, namens Social Impact Finance uitvoerder van het project. ‘In de ochtend krijgen statushouders taalles. De rest van de week werken ze in een bedrijf, waar de voertaal Nederlands is.’ De statushouders ‘spelen’ dan bedrijfje, om vast te wennen aan het Nederlandse bedrijfsleven. Ze kopen hun eigen koffie in, maken schoon, voeren administratieve taken uit en zijn verantwoordelijk voor de marketing. Het product dat de statushouders verkopen is zichzelf.

Veldhoven heeft sinds 2014 tweehonderd statushouders binnen de gemeentegrenzen gevestigd. Ongeveer 145 van hen krijgen een uitkering. Op dit moment worden zeventig statushouders binnen het project begeleid naar de arbeidsmarkt. Uiteindelijk moeten alle statushouders meedoen die kunnen lezen en schrijven en ten minste 28 uur per week beschikbaar zijn.

Of de gemeente de integratie van vluchtelingen in de eigen gemeente niet net zo goed zelf kan uitvoeren? Bij de gemeente is met name de o zo belangrijke taalbegeleiding minder goed, zegt Hurkmans. ‘Vluchtelingen zitten drie keer per week drie uur in de klas, maar als ze naar huis gaan spreken ze hun eigen taal. Bij ons zijn ze gedwongen de hele week Nederlands te spreken’, zegt Hurkmans.

De gemeente heeft simpelweg het geld niet voor zulke intensieve begeleiding, zegt wethouder Mariënne van Dongen-Lamers, verantwoordelijk voor arbeidsparticipatie. ‘We zijn sterk gekort op middelen voor integratieprojecten.’

Maar de gemeente bespaart wel veel uitkeringsgeld als statushouders aan het werk zijn. Daarom bedacht de wethouder een alternatieve constructie. Als Social Impact Finance statushouders ten minste twee jaar lang aan het werk houdt, ontvangen de investeerders het geld van zes jaar bijstand. De gemeente bespaart dan nog altijd geld, want statushouders zitten volgens de wethouder.gemiddeld acht tot tien jaar in de bijstand.

Als we een klein verlies lijden, hebben we alsnog maatschappelijk goed werk gedaan, aldus Cortijn van Valkenburg, penningmeester

Voor de ondernemers is het risico groter. Vluchtelingen aan het werk helpen is een zware taak. Als vluchtelingen na anderhalf jaar werken uitvallen, krijgt vermogensfonds Van den Santheuvel, Sobbe niets. Wat meespeelt is dat het vermogensfonds in zijn doelstellingen heeft staan dat het zich voor zwakkeren wil inzetten en dat het behalve aan conventioneel beleggen ook aan liefdadigheid doet. ‘Als we winst maken, kunnen we volgend jaar meer weggeven. En als we een klein verlies lijden, hebben we alsnog maatschappelijk goed werk gedaan’, zegt penningmeester Cortijn van Valkenburg van het vermogensfonds.

(bron : De Volkskrant, Jochem van Staalduine, 30 januari 2018)

Innovatieve financiering ondersteunt voormalig kankerpatiënten bij terugkeer naar werk

Een brede alliantie van partijen, waaronder De Amersfoortse en ABN Amro, slaat de handen ineen om werknemers die kanker hebben (gehad) te ondersteunen bij een snellere, succesvolle terugkeer naar werk. 140 mensen met kanker worden de komende twee jaar met een nieuw ontwikkelde intensieve re-integratieaanpak begeleid. Het doel daarbij is om zoveel mogelijk werknemers duurzaam te re-integreren naar werk.

Jaarlijks krijgen circa 40.000 werknemers de diagnose kanker. Hoewel zij in de beginfase uiteraard andere zaken aan het hoofd hebben dan werk, willen zij doorgaans na de behandeling graag weer aan het werk. Re-integratie van werknemers met kanker verloopt echter vaak moeizaam. Zij hebben te kampen met vermoeidheid, minder concentratie en geheugenproblemen. Uiteindelijk verliest een kwart van hen zijn werk.

Begeleiden

Verzekeraar a.s.r. met haar merk De Amersfoortse (de opdrachtgever), arbodienst ArboNed en re-integratiebureau Re-turn (de uitvoerders), ABN Amro Social Impact Fund en Start Foundation (de investeerders) hebben nu de handen ineengeslagen om dit probleem aan te pakken. Dit heeft geleid tot een nieuwe aanpak om werknemers die herstellende zijn of hersteld zijn van kanker succesvol terug te begeleiden naar het arbeidsproces en uitval te verminderen.

140 deelnemers krijgen de komende twee jaar een intensieve begeleiding aangeboden, uitgevoerd door ArboNed en Re-turn. Uitgangspunt voor de nieuwe aanpak is blijven bewegen, zowel op fysiek, mentaal als werkvlak. Dit varieert van het doen van bewegingsoefeningen tot het definiëren van doelstellingen en het leren omgaan met beperkingen. De deelnemers krijgen ondersteuning van coaches die hen met een intensief programma begeleiden. Ook de werkgever is intensief betrokken. Zo wordt hij begeleid bij het voeren van de dialoog met de werknemer.

Innovatieve financiering

Voor de nieuwe aanpak is door ABN Amro een innovatieve financiering ontwikkeld: een Health Impact Bond. De investeerders stellen de benodigde financiering van de re-integratieaanpak beschikbaar en dragen het financiële risico. Ze krijgen pas uitbetaald door de opdrachtgever als de beoogde resultaten zijn gerealiseerd. Onafhankelijke beoordelaars bepalen in hoeverre de beoogde doelstellingen bereikt worden. De opdrachtgever betaalt de investeerders vervolgens uit op basis van de door hem gerealiseerde besparingen op verzuimverzekeringen. De investeerders beogen daarmee zowel een sociaal als een financieel rendement te realiseren.

(bron :Cindrea Limburg – AM)

Mooi om te zien hoe de Social Impact Bond er een broertje (of zusje) erbij heeft gekregen in de zorg. Een mooie brug geslagen tussen de diverse domeinen en een verstevigde aanpak door de handen ineen te slaan en de krachten te bundelen.

Met nieuwe impact bonds maatschappelijke uitdagingen te lijf

In een impact bond hebben een overheid, ondernemer en private investeerder de krachten gebundeld op basis van een prestatiecontract. De investeerder verstrekt geld aan de ondernemer, zodat deze een maatschappelijke uitdaging bij de kop kan pakken. Zodra de ondernemer hierin slaagt, betaalt de overheid – met de behaalde besparingen – de investeerder terug. Zo dient privaat kapitaal een maatschappelijk doel” “De overheid houdt de regie, maar is niet langer risicodrager. Dat ligt nu bij de investeerder, die de ondernemer veel eerder zal sturen op impact in plaats van op regels.

Inmiddels heeft de social impact bond (SIB) een plek veroverd in het sociaal domein om participatie te bevorderen. Weet een ondernemer bijvoorbeeld arbeidsre-integratie te bevorderen? Dan hoeft een gemeente minder uitkeringen te betalen. Het geld dat hierdoor vrijkomt, is het rendement voor de private investeerder.

Steeds vaker worden in ons land impact bonds ingezet als instrument om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Maar dat beperkt zich vooralsnog tot het sociaal domein; met social impact bonds. “Waarom is dat zo?”, vragen Joost Clarenbeek en Erick Wuestman zich af. “Hoe gaaf zou het zijn als we bijvoorbeeld een ‘circular impact bond’ starten?” Beide adviseurs vinden het tijd om daar werk van te maken.

 Zoals een ‘circular impact bond’, een ‘CO2 impact bond’ of een ‘waste impact bond’.

Omdat ondernemers ook een belangrijke rol kunnen spelen in het realiseren van milieudoelstellingen, is het interessant om de circulaire tegenhanger van de SIB te verkennen. Zoals een ‘circular impact bond’, een ‘CO2 impact bond’ of een ‘waste impact bond’. “Het blijkt complex,” concludeert Erick Wuestman. “Er bestaat immers nog geen uniforme rekenmethode om de besparingen hiervan in euro’s uit te drukken, en overheden hebben nog geen zorgplicht richting de circulaire economie. Een financiële impuls ontbreekt dus.”

Ook rondom de Sustainable Development Goals (SDGs) van de VN zijn interessante impact bonds te organiseren

Ook rondom de Sustainable Development Goals (SDGs) van de VN zijn interessante impact bonds te organiseren. Joost legt het uit met een voorbeeld. “Stel dat een overheid € 1 miljoen wil uittrekken om werk te maken van nieuwe vormen van voeding (SDG 2). Met losse projecten ben je dan snel door dat geld heen. Denk daarom eens na over een ‘SDG impact bond’

Lees verder in het artikel hoe een  ‘gebruikte materialen impact bond” wel levensvatbaar zou kunnen zijn en de kansen van impact bonds voor onze samenleving verder benut kunnen worden. Ook nodigen ze je uit, als ondernemer, overheid of financier  om de impactbal aan het rollen brengen.

Denk jij mee?!