Berichten

Sociale ondernemingen: veel sympathie, weinig aankopen

Sociale ondernemingen mogen bij veel Nederlanders op sympathie rekenen. Een ruime meerderheid van de Nederlanders (66 procent) wil graag producten of diensten van deze ondernemingen afnemen.

Maar in de praktijk doet vrijwel niemand dat nog, zo blijkt uit onderzoek van ABN AMRO onder meer dan 1.000 Nederlanders. Ruim tien procent van hen nam wel eens een product of dienst van een sociale onderneming af. Bijna 40 procent deed dit nog nooit. De helft van de respondenten geeft aan geen idee te hebben of ze dat ooit deden.

Het onderzoek is interessant al resoneren bepaalde begrippen als een hype voor mij niet. Sociaal ondernemen is voor mij geen hype !
Dat de herkenbaarheid een aandachtspunt is waar we aan dienen te werken wel.

Lees hier het artikel en op initiatief van ABN AMRO is  The Good Search, gelanceerd.  Op zoekmachine www.thegoodsearch.nl worden de zoekresultaten gefilterd op producten en diensten van sociaal ondernemers. Zo is duidelijk dat er voor een heleboel diensten en producten een aantrekkelijk duurzaam alternatief is!

Dat en de Social buy Blogs van Social Enterprise.nl  geven de consument meer inzicht waarom sociaal inkopen echt invloed heeft en en waar je deze produkten kan vinden.

Dus voor kerst; koop duurzaam in !

 

Sociale missie van ondernemers in wet opnemen

Maatschappelijk gedreven ondernemers moeten een aparte juridische status krijgen in het Burgerlijk Wetboek. “Bestuurders moeten kunnen worden aangesproken op hun maatschappelijke missie.”

Een stimulans die wij enkel kunnen toejuichen. Juist omdat ze die koplopers van de economische vooruitgang zijn, zoals Mark Hillen (SeNl) ook aangeeft.

Ze zijn bezig aan een flinke opmars, de sociaal ondernemers in Nederland. Het verschil met een ‘gewone’ ondernemer is dat zij primair een maatschappelijke missie hebben en maatschappelijke meerwaarde willen creëren. Zij willen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk helpen, zorgen voor een eerlijker inkomen voor boeren in ontwikkelingslanden, of bijdragen aan een schonere leefomgeving.

Hun bestaansrecht is niet gebaseerd op de wens om zoveel mogelijk winst te maken voor eigenaren of aandeelhouders, maar op een streven om iets goed te doen voor mens of milieu. Zoals Tony’s Chocolonely. Het gaat deze onderneming niet zozeer om het verkopen van zoveel mogelijk repen – dat is een mooie bijkomstigheid – maar om het helpen van cacaoboeren.

Lees hier de rest van dit artikel en hoop met ons dat we nu inderdaad ook als Nederlandse overheid niet meer achter de feiten aanlopen. In tal van andere Europese landen bestaat zo’n speciaal label al een tijdje.

Ontwikkelingen van de Social Enterprise sector in kaart

Het McKinsey rapport ‘Scaling the Impact of the Social Enterprise Sector’ brengt de ontwikkelingen van de afgelopen vijf jaar in Nederland in kaart en geeft een overzicht van hoe de sector er momenteel uitziet.

Er is veel gebeurd en we zijn benieuwd hoe het zich verder gaat ontwikkelen en hoe we omgaan met deze inzichten en de uitdagingen die voor ons liggen.

Hier de meest opvallende (het rapport is trouwens in het Engels geschreven):

  • De twee meest populaire impactsgebieden voor social enterprises zijn ‘duurzaamheid’ en ‘arbeidsparticipatie’, terwijl qua industrie veruit de meeste ondernemingen actief zijn in ‘gezondheid en welzijn’.
  • Slechts 50% van de ondernemingen doet aan een vorm van impactmeting, terwijl het belang hiervan enorm is; onder andere om kapitaal aan te trekken en klanten te binden, evenals om de zichtbaarheid en het imago van social enterprises te verbeteren. En vergeet hierbij de verbetering van de mogelijkheden van opschaling en verscherpen van de organisatie niet …

De meesten meten niet, omdat ze niet weten hoe, of hebben hiervoor niet het benodigde geld/kennis of menskracht om een dergelijke meting uit te voeren.

  • Serious business.. In de afgelopen vijf jaar is het aantal social enterprises met 70% toegenomen, zijn er meer dan 25.000 banen gecreëerd en heeft de sector bijgedragen aan 3% van de toename in BBP.
    De grootste groei is toegeschreven aan de nieuwe ondernemingen. Bestaande laten zich terug houden van groei door ofwel de mindset (meer omzet kan niet samengaan met meer social impact) ofwel het gebrek aan kennis en vaardigheid om ander soort financierders en klanten aan te trekken.

Bekijk en download hier het volledige McKinsey rapport.

Sociale ondernemingen spelen steeds grotere rol op Duurzame Dinsdag

Op 6 september 2016 vond alweer de negentiende editie van ‘Duurzame Dinsdag’ plaats: een evenement waar jaarlijks, elke eerste dinsdag van september, honderden mensen hun duurzame ideeën en initiatieven komen tonen.

Duurzame Dinsdag 2016 was een dag van circulaire economie en zonne energie in de spotlights.

In de oude zaal van de Tweede Kamer nam staatssecretaris Sharon Dijksma vandaag een koffer vol duurzame ideeën in ontvangst. Deze 511 ideeën laten samen zien dat duurzaamheid leeft, in alle lagen van de samenleving. De beste ideeën kregen een prijs om hun idee verder te helpen. Ook werden drie personen onderscheiden met een Duurzaam Lintje, en pleitte Maurits Groen in de Duurzame Troonrede voor een ministerie van Duurzaamheid.
Thema’s als klimaat, techniek, circulaire economie, energie opwekken en bewustwording waren dit jaar de meest aanwezige onderwerpen. 47% van de inzendingen kwam van bedrijven en sociaal ondernemers, en ongeveer driekwart van alle inzendingen was gericht op het hebben van een nationale impact.

Kijk voor een verslag en de diverse prijswinnaars op de Duurzame Dinsdag website

Samenwerking tussen wetenschap en praktijk op Impact meten

Al zo vaak hebben we het over het waarom van het meten van social impact, het hoe en wat. Is het nou zo nodig, is het wel praktisch toepasbaar en meer van dat soort vragen en nog meer uitwisselingen en antwoorden.
En dan hebben we het nog niet eens over de verwarrende definities en interpretaties, en de moment opname van een dergelijke meting. En dat terwijl het helemaal geen moment opname is.
Het is eigenlijk een doorlopend proces van uitwisselingen en betekenisvolle dialogen tussen stakeholders , betrokken bij en geinteresseerd in het meetproces en de uitkomsten.

Nog steeds is het geen way of life en blijft meten nog vaak achterwege, ondanks dat je er niet meer om heen kan. De veelheid aan informatie, methodieken, adviseurs,  consultants en kennisorganisaties bewijzen dat het een heet onderwerp is en toch “branden”veel sociaal ondernemers alsmede andere organisaties met een maatschappelijke relevantie zich er nog niet altijd aan.
Veel organisaties hebben noch de mankracht noch de financieeen om zich er echt op toe te leggen. En dat terwijl het zoveel kan opleveren voor jouw organisatie. Tenminste, als je het doet omdat/en het daadwerkelijk bijdraagt bij het maken van besluiten, verduurzaming, en de ingeschakelde mankracht, geld , tijd en energie opwegen tegen de baten die voortkomen uit een dergelijke meting.

Voor velen blijft het nog een theoretisch iets en is de theory of change nog iets abstracts, een wetenschap en dat terwijl ze er wellicht al jaren mee werken, zonder te weten dat dat het is. Of al jaren werken op een ander spoor dan gedacht, ook dat komt voor :-)

De barriere om echt impact te meten en het proces aan en in te gaan komen meestal voort uit een tekort aan mankracht, commitment, energie, tijd en geld. Ook de angst voor de openheid van zaken die nodig is houdt een organisatie nog wel eens tegen.

Het werk van de mensen in het veld en de academici , gecombineerd met de analyses uit de praktijk, begint te leiden tot een groeiende set van overcompenserende principes van Impact meting. Toch blijven er genoeg uitdagingen op dit gebied.
Theoretische uitdagingen zoals de wetenschap dat Impact meting meer een instrument is om de impact te vergroten dan enkel gericht op een cijfermatige rapportage. Dit behoeft nog wel eens een  omschakeling in het denken en ook vaak in de cultuur van de onderneming. Meten is weten en dan gaan we vaak uit van cijfermatige rapportages. Daarom is het nodig dat impact meten geintegreerd wordt in de dagelijkse handel en wandel van een dergelijke organisatie.

Richtlijnen vormen geen belemmering voor de innovatie kracht, in tegendeel zelfs. Het blijft maatwerk en er is geen vast set van methodiek en instrumentarium.
Impact te meten in die sectoren waarbij de effecten moeilijker meetbaar zijn vormen geen belemmering voor financierders, ook als het niet tastbaar en in geld uit te drukken.In sommige sectoren en sociaal ondernemende organisaties en of iniatieven duurt het aanzienlijk langer om de effecten aan te tonen en organisaties zijn bang dat dat financierders afschrikt. Dit kan deels ook opgelost worden door een serie van tussen uitkomsten en resultaten mee te nemen en aan te geven. Zowel tastbaar als niet zulke tastbare resultaten. Dit geeft dan aan dat je het zeker meeneemt, erop stuurt en dat kan zelfs stimulerend werken voor een financierder.

En ook praktische uitdagingen zijn er nog om beslecht te worden. De eisen om impact te meten zijn niet te zwaar voor een organisatie. Je kan ook kiezen voor een gefaseerde meting waarbij je die stappen neemt die in eerste instantie het belangrijkst zijn en nog te doen qua mankracht, tijd, energie en geld. De behoeften van de belanghebbenden en de sociaal ondernemingen liggen vaker op een lijn dan gedacht en dat is waardevol om te beseffen.

En zo gaan we verder met het beslechten van de theoretische en praktische belemmeringen voor het meten van Impact als ook in het wijd verspreiden van de kennis en in dialoog gaan met organisaties om van elkaar te leren. Tevens willen we de kloof overbruggen tussen wetenschap en praktijk en die juist verbinden en dan gezamenlijk professionaliseren.
Het is een gebied wat ontgonnen wordt en waar nog veel te ontginnen is.  Wordt zeker nog vervolgd…..

Wil je meer weten over de praktische toepassing en hoe je nou begint met Impact meten. Kom dan naar een werksessie Impact meten. Kijk voor de eerstvolgende hier en meld je aan!

Sociale ondernemers lopen voorop volgens kabinet

Op vrijdag 1 juli 2016 heeft vicepremier Asscher met een kamerbrief gereageerd op het SER advies over sociale ondernemingen van mei 2015.

Het kabinet onderschrijft de bijdrage die sociale ondernemingen leveren aan Nederland. Vicepremier Lodewijk Asscher: “Het advies brengt de status, positie en de rol van sociale ondernemingen positief onder de aandacht. Belangrijk voor het welslagen van sociale ondernemingen is dat ze als zodanig herkenbaar zijn en erkend worden. De bijdrage van sociale ondernemingen aan maatschappelijke waarde en innovatie is groeiende. Ook internationaal is een forse groei van deze sociale ondernemingen te zien ondanks de afgelopen economische crisis.”

Het duurde even en al zijn we blij met deze reactie en voorgenomen stappen en aandachtspunten, het is ook tijd voor actie!
We blijven het volgen en hopen dat bepaalde maatregelen en adviezen nu niet zo lang meer op zich laten wachten.

Lees hier de gehele  Kabinetsreactie SER-advies Sociale ondernemingen.

Social enterprise als standaard

Er zijn al weer heel wat jaren voorbij sinds sociaal ondernemerschap een bekender begrip werd, met name op het gebied van arbeidsparticipatie. Zon twaalf jaar geleden werd me nog gevraagd of ik de “zorg”in ging toen ik vertelde hoe ik me met mijn organisatie wilde richten op ondernemende oplossingen ten behoeve van de maatschappij en ondernemers daarbij wilde ondersteunen, stimuleren en inspireren.

Inmiddels is die koers wel hetzelfde gebleven ,  ontwikkelen we steeds op andere gebieden en werken we intensiever samen met andere organisaties.. De wereld verandert wel , gelukkig maar :-).

Het voorwoord in de (alweer vierde) Social Enterprise Monitor verblijd me en stemt me hoopvol. Met name op het gebied van de maatschappeljke effecten en de belangrijke rol van sociaal ondernemers voor innovatie op velerlei terreinen.

Zoals Maurits Groen aangeeft in dat voorwoord :

‘Social entreprise’ –eigenlijk zou het bijvoeglijk naamwoord natuurlijk een overbodige toevoeging moeten zijn. Ergens in het verleden zijn we kennelijk het besef kwijtgeraakt dat een onderneming natuurlijk pas werkelijk succesvol is, als zij een positieve bijdrage levert aan de samenleving als geheel, en niet alleen voordeel oplevert voor de eigenaars en de kapitaalverschaffers ervan. Als samenwerking op basis van ieders deskundigheid en specialisatie leidt tot meerwaarde voor alle betrokkenen.

een sociale -eigenlijk enig acceptabele- economie die uitgaat van goede samenwerking

Bedrijfsfinanciering blijkt verrassend goed te slagen en subsidie speelt voor slechts weinigen een rol. En ondanks de voor velen investeringsintensieve beginfase draait al 40% winst en nog eens 20% break even. Een hoopgevende startscore. Het maatschappelijk bewustzijn van klanten groeit onwaarschijnlijk hard. En ja, de onderzochte bedrijven nemen de moeite om expliciet hun feitelijke maatschappelijke impact te meten (!)..

Lees hier  het volledige rapport waarbij wordt gekeken naar de groei, de maatschappelijke impact, de verschillende stakeholder en de uitdagingen die voor ons liggen….

En dat sociaal ondernemen mainstream wordt. Gangbaar. Gewoon,. De toekomst is nu!

 

 

Samenwerking tussen wetenschap en praktijk; doorbreek de barriere om impact te meten!

Al zo vaak hebben we het over het waarom van het meten van social impact, het hoe en wat. Is het nou zo nodig, is het wel praktisch toepasbaar en meer van dat soort vragen en nog meer uitwisselingen en antwoorden.
En dan hebben we het nog niet eens over de verwarrende definities en interpretaties, en de moment opname van een dergelijke meting. En dat terwijl het helemaal geen moment opname is.
Het is eigenlijk een doorlopend proces van uitwisselingen en betekenisvolle dialogen tussen stakeholders , betrokken bij en geinteresseerd in het meetproces en de uitkomsten.

Nog steeds is het geen way of life en blijft meten nog vaak achterwege, ondanks dat je er niet meer om heen kan. De veelheid aan informatie, methodieken, adviseurs,  consultants en kennisorganisaties bewijzen dat het een heet onderwerp is en toch “branden”veel sociaal ondernemers alsmede andere organisaties met een maatschappelijke relevantie zich er nog niet altijd aan.
Veel organisaties hebben noch de mankracht noch de financieeen om zich er echt op toe te leggen. En dat terwijl het zoveel kan opleveren voor jouw organisatie. Tenminste, als je het doet omdat/en het daadwerkelijk bijdraagt bij het maken van besluiten, verduurzaming, en de ingeschakelde mankracht, geld , tijd en energie opwegen tegen de baten die voortkomen uit een dergelijke meting.

Voor velen blijft het nog een theoretisch iets en is de theory of change nog iets abstracts, een wetenschap en dat terwijl ze er wellicht al jaren mee werken, zonder te weten dat dat het is. Of al jaren werken op een ander spoor dan gedacht, ook dat komt voor 🙂

De barriere om echt impact te meten en het proces aan en in te gaan komen meestal voort uit een tekort aan mankracht, commitment, energie, tijd en geld. Ook de angst voor de openheid van zaken die nodig is houdt een organisatie nog wel eens tegen.

Het werk van de mensen in het veld en de academici , gecombineerd met de analyses uit de praktijk, begint te leiden tot een groeiende set van overcompenserende principes van Impact meting. Toch blijven er genoeg uitdagingen op dit gebied.
Theoretische uitdagingen zoals de wetenschap dat Impact meting meer een instrument is om de impact te vergroten dan enkel gericht op een cijfermatige rapportage. Dit behoeft nog wel eens een  omschakeling in het denken en ook vaak in de cultuur van de onderneming. Meten is weten en dan gaan we vaak uit van cijfermatige rapportages. Daarom is het nodig dat impact meten geintegreerd wordt in de dagelijkse handel en wandel van een dergelijke organisatie.

Richtlijnen vormen geen belemmering voor de innovatie kracht, in tegendeel zelfs. Het blijft maatwerk en er is geen vast set van methodiek en instrumentarium.
Impact te meten in die sectoren waarbij de effecten moeilijker meetbaar zijn vormen geen belemmering voor financierders, ook als het niet tastbaar en in geld uit te drukken.In sommige sectoren en sociaal ondernemende organisaties en of iniatieven duurt het aanzienlijk langer om de effecten aan te tonen en organisaties zijn bang dat dat financierders afschrikt. Dit kan deels ook opgelost worden door een serie van tussen uitkomsten en resultaten mee te nemen en aan te geven. Zowel tastbaar als niet zulke tastbare resultaten. Dit geeft dan aan dat je het zeker meeneemt, erop stuurt en dat kan zelfs stimulerend werken voor een financierder.

En ook praktische uitdagingen zijn er nog om beslecht te worden. De eisen om impact te meten zijn niet te zwaar voor een organisatie. Je kan ook kiezen voor een gefaseerde meting waarbij je die stappen neemt die in eerste instantie het belangrijkst zijn en nog te doen qua mankracht, tijd, energie en geld. De behoeften van de belanghebbenden en de sociaal ondernemingen liggen vaker op een lijn dan gedacht en dat is waardevol om te beseffen.

En zo gaan we verder met het beslechten van de theoretische en praktische belemmeringen voor het meten van Impact als ook in het wijd verspreiden van de kennis en in dialoog gaan met organisaties om van elkaar te leren. Tevens willen we de kloof overbruggen tussen wetenschap en praktijk en die juist verbinden en dan gezamenlijk professionaliseren.
Het is een gebied wat ontgonnen wordt en waar nog veel te ontginnen is.  Wordt zeker nog vervolgd…..

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Groeikapitaal voor kansrijke sociaal ondernemingen

Het toonaangevende European Investment Fund (EIF, via haar Social Impact Accelerator programma) en een aantal informele investeerders kondigen vandaag aan €19 miljoen te investeren in Social Impact Ventures (Social IV). Daarmee heeft dit Nederlandse investeringsfonds nu €30 miljoen onder beheer, dat wordt aangewend als groeikapitaal voor sociale ondernemingen met een financieel gezond bedrijfsmodel en een positieve en meetbare impact op mens en natuur.

Dat is goed nieuws. Voor het eerst investeert het EIF in koplopers van onze eigen bodem via Social IV.
Sinds haar oprichting in 2014 investeerde Social IV onder andere in Taxi Electric – een 100% elektrische taxiservice waar overwegend herintredende 50-plussers werken – en in Afval Loont, een innovatief inzamelconcept waarbij consumenten voor elke kilogram ingeleverd gescheiden huishoudelijk afval direct worden betaald. Beide ondernemingen laten sindsdien een sterke groei zien.

Investeren en actief ondersteunen

Social IV investeert niet alleen, maar biedt ondernemingen waarin zij participeert ook actieve ondersteuning, bijvoorbeeld op het gebied van HR, finance, sales en marketing. Daarbij wordt regelmatig samengewerkt met high-end consultancyfirma’s als McKinsey en PwC. Pierluigi Gilibert, CEO van het European Investment Fund: “Wij leveren met veel genoegen een bijdrage aan dit eerste onafhankelijke social impact fund in Nederland. Lees verder….

Dus ben jij die nederlandse sociaal onderneming met :

  • een heldere ‘theory of change’ om een belangrijk maatschappelijk probleem op te lossen
  • een duidelijke, sterke, positieve en meetbare impact op mens of milieu
  • een levensvatbaar en schaalbaar businessmodel
  • een uitstekend managementteam sterk gedreven door hun missie
  • een sales-trackrecord en helder uitzicht op winstgevendheid
  • kernactiviteiten primair in Nederland

Dan zoekt Social IV jou wellicht om door te groeien?!

En dan heeft Social Impact Ventures wellicht niet genoeg aan 30 miljoen euro!

Middag met Muhammed Yunus : “Do everything with joy”

Muhammad Yunus (76) was maar liefst drie dagen in Nederland, vanwege het Social Business Forum in Utrecht. En passant deed hij ook Amsterdam aan, voor een Q&A met een veertigtal startende sociale ondernemers ten kantore van Social Enterprise NL.

Verschillende ondernemers konden zich nog precies het moment herinneren dat de geïnspireerd raakten door Professor Yunus en zijn visie op sociaal ondernemen. ‘Bitten by the bee’, maar dan in positieve zin. De middag was helemaal volgens Yunus zijn levensmotto: Do everything you do with joy!

Iedereen kan sociaal ondernemer worden, vindt de Godfather van de social entrepreneurs Muhammad Yunus, je hebt vooral geloof in je eigen idee nodig en een flinke portie doorzettingsvermogen.

Lees hier meer over dit bezoek