Berichten

Sociaal ondernemen veel genoemd in coalitieakkoorden

De meeste gemeenten hebben inmiddels een coalitieakkoord. Social Enterprise NL onderzocht daarom in hoeverre sociaal ondernemen is terug gekomen in de nieuwe coalitieakkoorden van de G4 en G40 gemeenten.

Uit de inventarisatie blijkt dat sociaal ondernemen/sociaal ondernemerschap in 13collegeakkoorden van de G4 en G40 gemeenten concreet wordt benoemd (in drie gemeenten is nog geen coalitieakkoord). Dit betekent dat sociaal ondernemen in 1/3 van de gemeenten een plek heeft.

Per gemeente verschilt in hoeverre hier verdieping en context aan wordt gegeven. Bekijk hier het hele overzicht. We zetten de belangrijkste trends en thema’s op een rij.

Inkoop veel genoemd
Van degenen die sociaal ondernemen in hun coalitieakkoord benoemen, noemen de meeste gemeente dit in relatie tot hun eigen inkoopbeleid:

  • Zwolle: “Wij stimuleren het sociaal ondernemerschap, wij geven zelf het goede voorbeeld op het gebied van SROI doelstellingen binnen Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) en wij gebruiken onze ervaringen om onze partners, zoals gesubsidieerde instellingen, hetzelfde te laten doen.
  • Utrecht: “We zetten een volgende stap op het gebied van sociaal ondernemen en stimuleren de inkoop bij lokale partijen. De gemeente Utrecht geeft met haar eigen inkoop en bedrijfsvoering het goede voorbeeld.”

Stimuleren. maar hoe dan?
Een ander terugkerend element is stimuleren:

  • Nijmegen“We stimuleren (sociaal) ondernemerschap.”
  • Ede: “We stimuleren sociaal ondernemerschap en helpen bedrijven op weg om een bijdrage te leveren aan een samenleving waarin iedereen meedoet.”
  • Rotterdam: “Initiatieven van bewoners, (sociaal) ondernemers en bedrijven stimuleren en faciliteren wij.”

Hoe gemeenten dit gaan doen wordt uit de coalitieakkoorden nog niet duidelijk. Social Enterprise NL zal de ontwikkelingen in de verschillende gemeenten de komende jaren nauwlettend volgen.

Meer weten of de samenwerking tussen sociale ondernemingen en gemeenten? Kom op 20 september naar het werkwarenhuis in Den Bosch voor het congres De social enterprise als businesspartner van de gemeente.

(bron Social Enterprise 12 juli 2018)

Ga in gesprek met elkaar, overheid en het georganiseerde burgerinitiatief!

De wethouder is zeer te spreken over de Eethoek en de Kleedhoek. “Het zijn twee fantastische initiatieven. Maar wij als overheid stappen pas in het gat daar waar de samenleving hiaten laat vallen. Deze twee initiatieven worden fantastisch gedragen door bedrijven, particulieren en winkeliers. Zij hebben in dit geval de ondersteuning van de gemeente minder nodig”.
Deze bewoordingen van de wethouder in Almelo hielden me nog lang bezig.

De Onderstroom

Het was in de uitzending van Nieuwsuur over deze twee initiatieven in het kader van de Onderstroom in Almelo; eethoek en kleedhoek voor de allerarmsten. Fijn om een dergelijk item te zien in een programma als Nieuwsuur en ben altijd blij met de aandacht die zulke initiatieven dan krijgen (en verdienen). Dat geeft aan dat het al lang geen dromerij meer is en er echt stappen worden gezet om die maatschappelijke problemen het hoofd te bieden op een betrokken wijze vanuit die burger.
Toch bleef de opmerking van de wethouder bij me hangen.
Allereerst zijn regel van wanneer de overheid ergens instapt, zijnde wanneer de samenleving hiaten laat vallen. Geloof me, de mensen die gebaat zijn bij deze oplossingen, vielen al veel langer in een gat. Een gat waarvoor de overheid geen passende oplossing bood.Een hiaat wat al langer pijnlijk zichtbaar was in die samenleving. Waarbij mensen, erin beland door de omstandigheden, gevangen door regels, geen uitweg meer zien.
En diezelfde samenleving probeert hierbij nu elkaar te helpen en samen een oplossing te creëren.

Voorwaarden voor een duurzaam initiatief

Wat ook bij mij bleef hangen was de uitspraak dat deze initiatieven geen steun nodig zouden hebben vanuit de overheid. En dat terwijl de organisatoren best een duwtje in de rug kunnen gebruiken om dit duurzaam door te zetten.
Zoals van Baaren, initiator en trekker van de beide initiatieven, samen met haar man aangeeft. “Ja, al die uren. Als ik zou gaan werken zou ik wellicht meer te besteden hebben, dan de zeventig euro in de week nu. Maar mijn conclusie is dat ik het niet anders wil”.
De afwezigheid van subsidie betekent wel dat van Baaren geen cent krijgt voor haar werk in de gaarkeuken. Haar man heeft inmiddels een tijdelijk baantje, maar samen hebben ze nog steeds niet meer te besteden dan die zeventig euro.
En begrijp me niet verkeerd, ik ben voorstander van dergelijke ondernemende oplossingen en niet altijd van subsidie en toch geloof ik dat de rol van de overheid beter en anders kan.
Mijns inziens werken dit soort burger initiatieven fantastisch. Sneller, flexibeler, creatiever en vaak met meer impact dan menig overheidsvoorstel. In eerste instantie zijn ze immers ook ontstaan door een falende overheid al zat daar de essentie van mijn ongemakkelijkheid niet in.
Uit de ervaringen weet ik wat voor druk er vaak op deze vrijwilligers komt te staan en hoeveel tijd er nodig is om steun te krijgen, financieel en in natura. Het werven van deze steun is arbeidsintensief en wordt ook nog vaak bemoeilijkt door de regelgeving. Dus om aan te geven dat de overheid daar geen rol in hoeft te spelen is mij iets te makkelijk.
Zo lang er nog regels zijn die beperkend kunnen werken, vrijwilligerswerk en dergelijke initiatieven nog niet algemeen ondersteund en erkend worden, is er zeker nog een rol voor de overheid weg gelegd. Meer in de voorwaarden scheppende sfeer.
Een rol in het faciliteren en ondersteunen daar waar het nodig is. Zoals het creëren van mogelijkheden voor dat vrijwilligerswerk, steun waar nodig in het aanpassen van die regelgeving zodat deze stimulerend werkt. En bijdragen in natura en ook financieel als blijkt dat de trekkers van een dergelijke organisatie te kwetsbaar zijn. Zij, die zo zorgen voor die oplossingen voor de meest kwetsbaren onder ons, verdienen toch die steun waar nodig.

Ga met elkaar in gesprek

Dus overheid, trek niet gewoon jouw handen ervan af. Verdiep je in wat er nog nodig is en hoe je daar als overheid een bijdrage aan kan leveren. Hoe kan je ondersteunen en wat ondervinden de organisatoren als belemmeringen? Zorg ervoor dat deze oplossingen duurzaam zijn. Ga met elkaar in gesprek en verken samen de mogelijkheden van wat er nodig is en wie daarvoor kan zorgen. Neem de faciliterende rol in als overheid al is dat soms zoeken. Blijf zoeken overheid en vindt jouw rol daarbinnen.
Vind samen een gezonde balans en wisselwerking, waarbij wellicht een herziening nodig is van taken en rollen.
Want elkaar vinden is niet zo moeilijk aangezien je beiden gaat voor dat gemeenschappelijke doel.
Ik houd het er maar voor nu op dat de opmerking van de wethouder wellicht voortkwam uit geldgebrek van de gemeente en de onwetendheid wat je als overheid wel kan doen, al is dat wellicht net even anders dan dat je altijd gewend was.

We zijn op weg en in vele gevallen gaan die partijen met elkaar in gesprek. Al vind ik het, ongeduldig als ik ben na jaren werkzaam in dit maatschappelijke veld, soms best nog lang duren!

 

 

Sociale missie van ondernemers in wet opnemen

Maatschappelijk gedreven ondernemers moeten een aparte juridische status krijgen in het Burgerlijk Wetboek. “Bestuurders moeten kunnen worden aangesproken op hun maatschappelijke missie.”

Een stimulans die wij enkel kunnen toejuichen. Juist omdat ze die koplopers van de economische vooruitgang zijn, zoals Mark Hillen (SeNl) ook aangeeft.

Ze zijn bezig aan een flinke opmars, de sociaal ondernemers in Nederland. Het verschil met een ‘gewone’ ondernemer is dat zij primair een maatschappelijke missie hebben en maatschappelijke meerwaarde willen creëren. Zij willen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk helpen, zorgen voor een eerlijker inkomen voor boeren in ontwikkelingslanden, of bijdragen aan een schonere leefomgeving.

Hun bestaansrecht is niet gebaseerd op de wens om zoveel mogelijk winst te maken voor eigenaren of aandeelhouders, maar op een streven om iets goed te doen voor mens of milieu. Zoals Tony’s Chocolonely. Het gaat deze onderneming niet zozeer om het verkopen van zoveel mogelijk repen – dat is een mooie bijkomstigheid – maar om het helpen van cacaoboeren.

Lees hier de rest van dit artikel en hoop met ons dat we nu inderdaad ook als Nederlandse overheid niet meer achter de feiten aanlopen. In tal van andere Europese landen bestaat zo’n speciaal label al een tijdje.