Berichten

Opties voor financiering sociaal ondernemers

Vanuit het perspectief van financiering en investeren zijn financieel zelfvoorzienend zijn en het beperkt of niet afhankelijk zijn van giften en subsidies belangrijke uitgangspunten voor een sociaal ondernemer.

Een – vaak eenmalige – subsidie in de startfase is mooi meegenomen, maar biedt geen continuïteit voor de lange termijn. Winst maken mag en kan ook nodig zijn om investeerders terug te betalen of opnieuw te investeren in de onderneming.
Social Enterprise NL geeft hier een mooi rijtje aan financieringsmogelijkheden.
In aanvulling hierop lichtte Sprout  wat financieringsvormen toe, die kansen bieden, en extra opties.

Uit onderzoek van de Universiteit van Maastricht en NN Investment Partners blijkt dat bedrijven, die een hogere ESG-score hebben, financieel beter presteren. De afkorting ESG staat voor Environmental, Social & Governance.

In het Nederlands staat dat voor Milieu, Maatschappij en Bestuur. Bedrijven, die veel aandacht besteden aan factoren als energieverbruik, klimaatbeïnvloeding, hergebruik van grondstoffen, gezondheid, veiligheid en goed ondernemingsbestuur bieden een beter financieel rendement aan hun aandeelhouders of investeerders.

Dit biedt sociale ondernemingen mogelijk een extra argument richting investeerders om hen te overtuigen te investeren. Deze conclusie over beter presteren wordt ook onderschreven door een onderzoek van de Harvard Business School.

Zij vergeleken gedurende 18 jaar 90 bedrijven, die hoog scoorden op ESG, met 90 bedrijven, die daar laag op scoorden. Met deze conclusie in het achterhoofd bieden de volgende financieringsvormen extra perspectief.

Crowdfunding

Crowdfunding is een alternatieve manier om geld bij elkaar te krijgen voor de financiering van een product, dienst, idee of onderneming. Via de presentatie op een online platform vraagt men mensen om te investeren in profit of non profit concepten.

Omdat sociale ondernemingen een (extra) gunfactor hebben, lijkt de feelgood investeerder de voor de hand liggende doelgroep. Met de conclusies van bovenstaande onderzoeken in de hand zijn de investeerders, die financieel rendement zoeken, ook interessanter geworden.

Business angels of informele investeerders

Een business angel is iemand, die vanuit privé investeert in bedrijven. Deze financiers worden ook wel particuliere of informele investeerders genoemd. Naast financieel rendement kunnen affiniteit met een branche of met een maatschappelijk doel ook redenen zijn om te investeren. Naast geld nemen ze ook een netwerk mee dat actief ingezet kan worden.

Social Impact Bond

Een bijzondere vorm van samenwerking met een investeerder is een social impact bond (SIB). Een (grote) gemeente, een private investeerder en een sociale onderneming sluiten een sociaal prestatiecontract. Als de ondernemer de maatschappelijke doelen (besparingen) haalt, betaalt de gemeente de investeerder terug. Deze vorm wordt ingezet bij arbeidsintegratie, maar is mogelijk ook op andere thema’s toe te passen zoals bijvoorbeeld afvalverwerking of energiebesparing.

Kredieten

Banken bieden kredieten. Alternatief voor de bank kan zijn Qredits met microkrediet, MKB-krediet, zakelijke hypotheek en flexibel krediet.

Overheidsregelingen en subsidies

lees verder

en remember : Impact First! al is financiering, ook voor sociaal ondernemers, een must, om juist die impact te kunnen maken.

 

 

Ook goed nieuws ouderenzorg verzamelen

Met de lancering van een meldpunt hoopt het Nationaal Ouderenfonds in kaart te brengen wat er allemaal goed gaat in de zorg. Na de berichtenstroom over geldtekort en misstanden in de ouderenzorg, willen de initiatiefnemers van personeel, mantelzorgers en niet in de laatste plaats van ouderen zelf horen wat er wel goed gaat.

Het meldpunt Trots op Ouderenzorg is in het leven geroepen na het succes dat Carin Gaemers en Hugo Borst hadden met hun manifest Scherp op Ouderenzorg.
Daarin staan tien mogelijkheden om die zorg te verbeteren. Het plan kreeg veel bijval in de Tweede Kamer en de zorgsector en leidde er uiteindelijk toe dat staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid en Welzijn) 100 miljoen euro extra uittrok voor verpleeghuizen. Gaemers en Borst kregen er woensdag de Machiavelliprijs voor en droegen die op aan ouderen en hun verzorgers.

De positieve verhalen die binnenkomen via het nieuwe meldpunt worden gebundeld in een witboek, dat na de verkiezingen naar de Tweede Kamer wordt gestuurd ’ter inspiratie en als leidraad voor de ouderenzorg in Nederland’.

‘Te veel kwetsbare ouderen in verpleeghuizen krijgen structureel niet de zorg die zij zo hard nodig hebben’, zei Borst, die ook een van de initiatiefnemers is van het meldpunt.

Een ballotagecommissie zou zich volgens hem moeten buigen over de vraag of nieuwe bestuurders wel geschikt zijn voor hun baan. ‘Tegelijkertijd weten wij dat er veel verpleeghuizen zijn waar het wel goed gaat. Het zijn juist deze positieve ervaringen die wij willen horen en verzamelen zodat het extra geld goed terechtkomt.’

‘Het kan gaan om een woonzorgcentrum waar het goed gaat, om een gemeente die zich op een positieve manier inzet voor ouderenzorg, maar het mag ook gaan over eigen inzichten. En ik denk daarbij ook aan die sociaal ondernemende initiatieven die zich inzetten voor kwetsbare ouderen op een bijzondere manier.

Dus, wat gaat er wél goed in de ouderenzorg? Wat maakt je trots op de ouderenzorg? Of met welk idee kunnen we de ouderenzorg verbeteren? Deel jouw verhaal!  Alle verhalen gaan richting naar politiek Den Haag.

Jouw scriptie over sociaal ondernemerschap?

Steeds meer studenten schrijven hun scriptie over sociaal ondernemerschap. Een ontwikkeling die Social Enterprise NL al langer stimuleert met met onder andere de Social Enterprise Scriptieprijs.

De scripties dragen bij aan de ontwikkeling en stimulans van Sociaal Ondernemerschap en het is goed om te zien hoe  deze verdiepende onderzoeken aanzetten tot zetten in de praktijk.
Omdat dat onderzoek nodig is en om  de scripties van studenten nog beter aan te laten sluiten bij vragen die spelen in het veld heeft Social Enterprise NL een aantal onderwerpen geselecteerd waarbij het relevant is als hier meer onderzoek naar wordt gedaan.

Toekomst community enterprises Nederland
Nederland kent relatief weinig community enterprises; sociale ondernemingen die zich inzetten voor een wijk, buurt, gemeenschap of dorp. Bijvoorbeeld door zelf een buurthuis of zwembad te beheren, of een onrendabel verzorgingshuis een nieuw businessmodel te geven. Vaak komen daar diensten bij voor mensen die dat zelf niet kunnen betalen, zoals autodelen, taallessen of activiteiten voor hangjongeren. Of een winkel/lunchroom te starten in dorpen waar niets meer is. Dit terwijl gemeenten minder budget hebben om faciliteiten in stand te houden en community enterprises in andere landen laten zien dat ze voorzieningen dichter bij de burger en goedkoper kunnen organiseren. Waarom blijft deze ontwikkeling in Nederland nog achter?

Impact first betekent ‘finance second’, maar hoe wordt dat vorm gegeven
De eventuele dividenduitkering van een sociale onderneming naar haar aandeelhouders is een onderwerp van discussie, een eerste reflex is meestal ‘finance second’ betekent een dividendbeperking of zelfs not-for-profit wat bijvoorbeeld Mohammad Yunus voorstaat. Dan is daar tenminste geen discussie over, maar dan is ook het aantrekken van risicodragend kapitaal niet mogelijk. Een sociale onderneming maakt al extra kosten om haar missie te bereiken, bijvoorbeeld door een leverancier uit een ontwikkelingsland ver boven de marktprijs te betalen zoals Tony’s Chcolonely doet. Hierdoor heeft de onderneming al een lagere winst, en is het misschien onlogisch om de ondernemer ook nog eens een dividendbeperking op te leggen. En hoe zit het eigenlijk met salaris en ander kosten als je ‘finance second’ bent?

Reshoring meets circulariteit
Nederland staat voor twee grote uitdagingen: banen voor de onderkant van de arbeidsmarkt en het tegengaan van klimaatverandering en andere milieuvervuiling zoals de plastic soup. De oplossingen kunnen elkaar versterken. Door het hergebruik van spullen en grondstoffen te koppelen aan werk voor mensen met een arbeidsbeperking. Van recycling tot upcycling. Dat gebeurt nu al door Kringloopwinkels en bedrijven als Roetz Bikes, Greenfox en Rotterzwam. Deze circulaire modellen zijn moeilijk op te schalen door de hoogte van ons minimumloon, nieuwe import uit Azië is in de regel goedkoper omdat men daar voor een fractie van ons minimumloon werkt. Werk creëren voor de onderkant van de arbeidsmarkt is van groot belang voor het milieu maar ook voor de BV Nederland, immers, we hebben ruim een miljoen mensen in uitkeringen die kunnen werken, en die nu ook geld kosten. Via deze scriptie willen we de ‘true price’ van een aantal bestaande circulaire modellen laten zien en van een aantal niet-bestaande modellen (die kennelijk niet levensvatbaar zijn). Vanuit die cases willen we kijken wat de rol van de wet- en regelgeving is, waar deze barrières opwerpt, en wat de overheid zou kunnen doen om deze ontwikkeling te faciliteren.

Meer informatie over deze prijs, wat het inhoudt en hoe je kan meedoen ,  kun je hier vinden . Dus wil jij de ontwikkeling van sociaal ondernemerschap een handje helpen en wat er nog nodig is aan onderzoek om hieraan bij te dragen? Stuur jouw voorstel dan voor 1 september 2017 in!

Sociale ondernemingen: veel sympathie, weinig aankopen

Sociale ondernemingen mogen bij veel Nederlanders op sympathie rekenen. Een ruime meerderheid van de Nederlanders (66 procent) wil graag producten of diensten van deze ondernemingen afnemen.

Maar in de praktijk doet vrijwel niemand dat nog, zo blijkt uit onderzoek van ABN AMRO onder meer dan 1.000 Nederlanders. Ruim tien procent van hen nam wel eens een product of dienst van een sociale onderneming af. Bijna 40 procent deed dit nog nooit. De helft van de respondenten geeft aan geen idee te hebben of ze dat ooit deden.

Het onderzoek is interessant al resoneren bepaalde begrippen als een hype voor mij niet. Sociaal ondernemen is voor mij geen hype !
Dat de herkenbaarheid een aandachtspunt is waar we aan dienen te werken wel.

Lees hier het artikel en op initiatief van ABN AMRO is  The Good Search, gelanceerd.  Op zoekmachine www.thegoodsearch.nl worden de zoekresultaten gefilterd op producten en diensten van sociaal ondernemers. Zo is duidelijk dat er voor een heleboel diensten en producten een aantrekkelijk duurzaam alternatief is!

Dat en de Social buy Blogs van Social Enterprise.nl  geven de consument meer inzicht waarom sociaal inkopen echt invloed heeft en en waar je deze produkten kan vinden.

Dus voor kerst; koop duurzaam in !

 

Sociale missie van ondernemers in wet opnemen

Maatschappelijk gedreven ondernemers moeten een aparte juridische status krijgen in het Burgerlijk Wetboek. “Bestuurders moeten kunnen worden aangesproken op hun maatschappelijke missie.”

Een stimulans die wij enkel kunnen toejuichen. Juist omdat ze die koplopers van de economische vooruitgang zijn, zoals Mark Hillen (SeNl) ook aangeeft.

Ze zijn bezig aan een flinke opmars, de sociaal ondernemers in Nederland. Het verschil met een ‘gewone’ ondernemer is dat zij primair een maatschappelijke missie hebben en maatschappelijke meerwaarde willen creëren. Zij willen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk helpen, zorgen voor een eerlijker inkomen voor boeren in ontwikkelingslanden, of bijdragen aan een schonere leefomgeving.

Hun bestaansrecht is niet gebaseerd op de wens om zoveel mogelijk winst te maken voor eigenaren of aandeelhouders, maar op een streven om iets goed te doen voor mens of milieu. Zoals Tony’s Chocolonely. Het gaat deze onderneming niet zozeer om het verkopen van zoveel mogelijk repen – dat is een mooie bijkomstigheid – maar om het helpen van cacaoboeren.

Lees hier de rest van dit artikel en hoop met ons dat we nu inderdaad ook als Nederlandse overheid niet meer achter de feiten aanlopen. In tal van andere Europese landen bestaat zo’n speciaal label al een tijdje.

De maakbare samenleving, waar ben ik mee bezig?!

Jaren geleden, toen de term sociaal ondernemerschap nog onbekend was en men dacht dat ik óf in de zorg ging óf een gekke idealist was, besloot ik me te richten op ondernemende oplossingen voor maatschappelijke problemen in de samenleving. Een roepende in de woestijn en meerdere malen tot de orde geroepen met de kreet dat de maakbare samenleving niet bestaat.

Natuurlijk zitten er grenzen aan, toch was dit geen excuus voor mij om er verder mee te gaan. Het kan echt anders en beter in de samenleving. Twee jaar geleden las ik het artikel in de Correspondent dat de maakbare samenleving wel degelijk bestaat! Een uit mijn hart gegrepen artikel.

Uiteindelijk wordt de samenleving altijd gemaakt. De vraag is alleen wie de samenleving maken, en hoe zij haar maken – uit de Correspondent , Jesse Fredrik

Ik geloof in die maakbare samenleving en onze/mijn verantwoordelijkheid daarbinnen. Toch wil ik dat niet benaderen vanuit de schuldgedachte van het individu. Bij armoede of ouderdom gaat het niet om schuld en het is zeker niet zo dat als je kwetsbaarder staat in de maatschappij dat dat jouw eigen schuld is.

Waar het gaat, om maatschappelijke problematiek rondom armoede en ouderdom, wil ik de handschoen oppakken en kijken waar/hoe het ook anders kan. Dat is de verantwoordelijkheid die ik bedoel.

Dit verantwoordelijkheidsgevoel ontstond niet doordat de subsidiestroom opdroogde of dat de overheid ons aansprak op solidariteit, burgerkracht en eigen verantwoordelijkheid. Deze verantwoordelijkheid ontstond uit een intrinsieke motivatie om te delen, samen te werken en de bereidheid om anders te denken en te kijken.

Omdat ik ervan overtuigd ben dat het anders kan en het gaat ook steeds meer ‘anders’ totdat dat weer gewoon wordt. Dat de overheid zich als belangrijkste taak gaat stellen goede randvoorwaarden te creëren . Dat mensen heel veel kracht in zich hebben, graag willen en elkaar daarin ook kunnen en willen stimuleren en helpen.

Dat is mijn overtuiging en daar doe ik het voor. En stapje voor stapje gebeuren er zaken en worden er initiatieven ontplooit die mij in deze overtuiging sterken. Laat het geen illusie zijn ….Voorlopig ga ik nog door en velen met mij.

Sociale ondernemingen spelen steeds grotere rol op Duurzame Dinsdag

Op 6 september 2016 vond alweer de negentiende editie van ‘Duurzame Dinsdag’ plaats: een evenement waar jaarlijks, elke eerste dinsdag van september, honderden mensen hun duurzame ideeën en initiatieven komen tonen.

Duurzame Dinsdag 2016 was een dag van circulaire economie en zonne energie in de spotlights.

In de oude zaal van de Tweede Kamer nam staatssecretaris Sharon Dijksma vandaag een koffer vol duurzame ideeën in ontvangst. Deze 511 ideeën laten samen zien dat duurzaamheid leeft, in alle lagen van de samenleving. De beste ideeën kregen een prijs om hun idee verder te helpen. Ook werden drie personen onderscheiden met een Duurzaam Lintje, en pleitte Maurits Groen in de Duurzame Troonrede voor een ministerie van Duurzaamheid.
Thema’s als klimaat, techniek, circulaire economie, energie opwekken en bewustwording waren dit jaar de meest aanwezige onderwerpen. 47% van de inzendingen kwam van bedrijven en sociaal ondernemers, en ongeveer driekwart van alle inzendingen was gericht op het hebben van een nationale impact.

Kijk voor een verslag en de diverse prijswinnaars op de Duurzame Dinsdag website

Samenwerking tussen wetenschap en praktijk op Impact meten

Al zo vaak hebben we het over het waarom van het meten van social impact, het hoe en wat. Is het nou zo nodig, is het wel praktisch toepasbaar en meer van dat soort vragen en nog meer uitwisselingen en antwoorden.
En dan hebben we het nog niet eens over de verwarrende definities en interpretaties, en de moment opname van een dergelijke meting. En dat terwijl het helemaal geen moment opname is.
Het is eigenlijk een doorlopend proces van uitwisselingen en betekenisvolle dialogen tussen stakeholders , betrokken bij en geinteresseerd in het meetproces en de uitkomsten.

Nog steeds is het geen way of life en blijft meten nog vaak achterwege, ondanks dat je er niet meer om heen kan. De veelheid aan informatie, methodieken, adviseurs,  consultants en kennisorganisaties bewijzen dat het een heet onderwerp is en toch “branden”veel sociaal ondernemers alsmede andere organisaties met een maatschappelijke relevantie zich er nog niet altijd aan.
Veel organisaties hebben noch de mankracht noch de financieeen om zich er echt op toe te leggen. En dat terwijl het zoveel kan opleveren voor jouw organisatie. Tenminste, als je het doet omdat/en het daadwerkelijk bijdraagt bij het maken van besluiten, verduurzaming, en de ingeschakelde mankracht, geld , tijd en energie opwegen tegen de baten die voortkomen uit een dergelijke meting.

Voor velen blijft het nog een theoretisch iets en is de theory of change nog iets abstracts, een wetenschap en dat terwijl ze er wellicht al jaren mee werken, zonder te weten dat dat het is. Of al jaren werken op een ander spoor dan gedacht, ook dat komt voor :-)

De barriere om echt impact te meten en het proces aan en in te gaan komen meestal voort uit een tekort aan mankracht, commitment, energie, tijd en geld. Ook de angst voor de openheid van zaken die nodig is houdt een organisatie nog wel eens tegen.

Het werk van de mensen in het veld en de academici , gecombineerd met de analyses uit de praktijk, begint te leiden tot een groeiende set van overcompenserende principes van Impact meting. Toch blijven er genoeg uitdagingen op dit gebied.
Theoretische uitdagingen zoals de wetenschap dat Impact meting meer een instrument is om de impact te vergroten dan enkel gericht op een cijfermatige rapportage. Dit behoeft nog wel eens een  omschakeling in het denken en ook vaak in de cultuur van de onderneming. Meten is weten en dan gaan we vaak uit van cijfermatige rapportages. Daarom is het nodig dat impact meten geintegreerd wordt in de dagelijkse handel en wandel van een dergelijke organisatie.

Richtlijnen vormen geen belemmering voor de innovatie kracht, in tegendeel zelfs. Het blijft maatwerk en er is geen vast set van methodiek en instrumentarium.
Impact te meten in die sectoren waarbij de effecten moeilijker meetbaar zijn vormen geen belemmering voor financierders, ook als het niet tastbaar en in geld uit te drukken.In sommige sectoren en sociaal ondernemende organisaties en of iniatieven duurt het aanzienlijk langer om de effecten aan te tonen en organisaties zijn bang dat dat financierders afschrikt. Dit kan deels ook opgelost worden door een serie van tussen uitkomsten en resultaten mee te nemen en aan te geven. Zowel tastbaar als niet zulke tastbare resultaten. Dit geeft dan aan dat je het zeker meeneemt, erop stuurt en dat kan zelfs stimulerend werken voor een financierder.

En ook praktische uitdagingen zijn er nog om beslecht te worden. De eisen om impact te meten zijn niet te zwaar voor een organisatie. Je kan ook kiezen voor een gefaseerde meting waarbij je die stappen neemt die in eerste instantie het belangrijkst zijn en nog te doen qua mankracht, tijd, energie en geld. De behoeften van de belanghebbenden en de sociaal ondernemingen liggen vaker op een lijn dan gedacht en dat is waardevol om te beseffen.

En zo gaan we verder met het beslechten van de theoretische en praktische belemmeringen voor het meten van Impact als ook in het wijd verspreiden van de kennis en in dialoog gaan met organisaties om van elkaar te leren. Tevens willen we de kloof overbruggen tussen wetenschap en praktijk en die juist verbinden en dan gezamenlijk professionaliseren.
Het is een gebied wat ontgonnen wordt en waar nog veel te ontginnen is.  Wordt zeker nog vervolgd…..

Wil je meer weten over de praktische toepassing en hoe je nou begint met Impact meten. Kom dan naar een werksessie Impact meten. Kijk voor de eerstvolgende hier en meld je aan!

Tijd voor wettelijke verankering van de sociale onderneming

“Helaas neemt kabinet advies SER onderzoek ‘label’ sociale ondernemingen niet over”, aldus Bert Otten.

Ruim een jaar na het verschijnen van het verkennend advies van de Sociaal Economische Raad bracht het kabinet onlangs zijn standpunt naar buiten over de toekomst van het sociaal ondernemerschap in Nederland (1).

Het kabinet erkent het belang van bedrijven met een maatschappelijke missie en impact. Deze zogenoemde sociale ondernemingen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het oplossen van maatschappelijke problemen, zoals milieuvervuiling en werkloosheid. Sociale ondernemingen hebben nu vaak moeite om hun maatschappelijk meerwaarde aan te tonen. Het kabinet kondigt om die reden een landelijk onderzoek aan naar hoe de maatschappelijke impact van het brede scala van sociale ondernemingen gemeten kan worden. Verder wil het kabinet vooral investeren in meer bekendheid over de meerwaarde van het sociaal ondernemen.

Mooi die erkenning, helaas komt er nog geen betiteling die de sociale onderneming op basis van een juridische grondslag mag voeren (als aan een aantal eisen is voldaan), in aanvulling op de rechtsvorm van de onderneming.
Kamer, u bent aan zet !

Lees hier het gehele opinie artikel van Bert Otten.

 

 

 

Sociale ondernemers lopen voorop volgens kabinet

Op vrijdag 1 juli 2016 heeft vicepremier Asscher met een kamerbrief gereageerd op het SER advies over sociale ondernemingen van mei 2015.

Het kabinet onderschrijft de bijdrage die sociale ondernemingen leveren aan Nederland. Vicepremier Lodewijk Asscher: “Het advies brengt de status, positie en de rol van sociale ondernemingen positief onder de aandacht. Belangrijk voor het welslagen van sociale ondernemingen is dat ze als zodanig herkenbaar zijn en erkend worden. De bijdrage van sociale ondernemingen aan maatschappelijke waarde en innovatie is groeiende. Ook internationaal is een forse groei van deze sociale ondernemingen te zien ondanks de afgelopen economische crisis.”

Het duurde even en al zijn we blij met deze reactie en voorgenomen stappen en aandachtspunten, het is ook tijd voor actie!
We blijven het volgen en hopen dat bepaalde maatregelen en adviezen nu niet zo lang meer op zich laten wachten.

Lees hier de gehele  Kabinetsreactie SER-advies Sociale ondernemingen.