Berichten

Trainingen en workshops vanaf augustus

Door de feedback, onze ervaring en voortschrijdend inzicht zijn sommige trainingen geheel vernieuwd terwijl andere vanuit de basis worden aangevuld met actuele ontwikkelingen.

Boeketten laten maken of je fiets repareren kan bij een sociaal ondernemer

De afgelopen tijd zie ik steeds meer krantenartikelen en ook uitzendingen op tv waar aandacht is voor het sociaal ondernemerschap.
De inleidingen suggereren vaak dat het een geheel nieuwe vorm is, en al is het in sommige gevallen wel een nieuw initiatief of een jonge wetenschap wat betreft ondernemen; geheel nieuw is het al lang niet meer.

Er zijn inmiddels al hele goede voorbeelden van dit ondernemerschap en niet de kleinste ook. Een bekend voorbeeld van een sociaal ondernemer is Tony’s Chocolonely. Dit bedrijf maakt ‘slaafvrije’ chocolade. Winst maken is niet het hoogste doel, Tony’s wil dat cacaoboeren in Afrika fatsoenlijk van hun productie kunnen leven. Toch is het bedrijf erg succesvol: de omzet stijgt ieder jaar met zo’n vijftig procent en heeft een marktaandeel van ruim 4,5 procent in Nederland.

Vanuit diverse invalshoeken (niet enkel gericht op arbeid en de doelgroep die daartoe een langere afstand heeft) en met diverse doelen; wel allen vanuit die impact gedachte opgezet; een maatschappelijke meerwaarde creëren!
Voor steeds meer mensen is het een geaccepteerde vorm waarbij getoond wordt dat dat doel het hart vormt van de onderneming en dat het gezonde business model ertoe bijdraagt dat het maatschappelijke doel behaald kan worden en het deze juist versterkt, vergroot en verduurzaamt.
Het is niet enkel meer voorbehouden aan een kleine groep van zogenaamde idealisten , als destijds werd gedacht en verondersteld. Deze wijze van impact gericht ondernemen laat echt zien dat het een effect heeft op de samenleving, op een positieve manier en dan ook nog op een gezonde ondernemende wijze.
Tijd voor een blog met enkele  nieuwe voorbeelden en vooral ook met de passie van de sociaal ondernemer die erachter staat. Gewoon ter inspiratie en  te laten zien dat het kan en ook nodig is.

LEIDEN – In Leiden staan Ezra en Britney in de nieuwe bloemenzaak Happy Flower boeketten te maken. De twee dames zijn blij met hun nieuwe baan. De bloemenzaak is net officieel geopend en Ezra en Britney zijn bijzondere werknemers. Ze hebben ‘een afstand tot de arbeidsmarkt’ zoals dat in officiële termen zo mooi heet.(bron Omroep West)

Eigenaresse Jane Peerdeman is trots op haar werknemers. ‘Ik voelde gewoon dat ik deze kans moest grijpen’, zegt Peerdeman. ‘En ik wilde dat heel graag doen samen met mensen met een beperking.’

Breda- Tosti’s eten én schommelen: wat ons betreft de ideale combinatie. Je doet het bij Happy Tosti, een nieuwe hotspot aan de Veemarktstraat. Hier biedt David Golverdingen (30) een werkplek aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. “Binden en verbinden, dat is wel de rode draad in mijn leven.” (bron ; in de buurt Breda)

“Als sociaal ondernemer kun je deze mensen kansen bieden, en het is zo mooi om te zien dat zij die kansen met beide handen aangrijpen. Ik vind het leuk om mensen te begeleiden, om ze nieuwe vaardigheden te leren. Om ze te laten zien wat ze waard zijn. Dit in combinatie met de ‘happy vibe‘ die je hier hebt, maakt dat het iedere dag een feestje is.”

Blue LOOP Originals. Dit merk van Nederlandse bodem ontwerpt en produceert kleding van gerecycled denim. Daarnaast jagen zij diverse innovatieve projecten aan met als doel het verduurzamen van de textielindustrie. De missie van het kledingmerk is ‘WORN to REBORN’, waarbij ze versleten spijkerbroeken een hoogwaardig, tweede leven geven. Hierdoor belandt er minder textielafval op de vuilnisbelt en wordt er minder kleding verbrand.

We dromen bij Blue LOOP vooral van een wereld waarin duurzaamheid voorop staat en verspilling verleden tijd is. Niet enkel op het gebied van kleding, maar ook in andere aspecten van ons leven. Duurzaam en verantwoordelijk omgaan met de omgeving om ons heen. Op elk moment van de dag, iedere dag

Eind oktober werd de eerste Sign Language Coffeebar geopend, op de Amsteldijk. Omdat de meeste mensen geen gebarentaal beheersen, kunnen gasten op videoschermen in korte clipjes zien hoe ze met hun handen een cappuccino of croissantje bestellen.
De koffiebar is een initiatief van sociale onderneming Ctalents. In samenwerking met ABN Amro opent nu in het duurzame restaurant Circl op de Zuidas een tweede gebarentaalkoffiebar.

Bas de Ruiter van Ctalents: ‘Veel doven komen niet aan het werk door hun beperking. En dat is zonde. Er zijn genoeg concepten waar ook zij prima kunnen functioneren. Het leuke aan een koffiebar is dat het een plek is waar doven en niet-doven met elkaar in contact komen.’

Weer een paar kleine voorbeelden, waar ik blij van word. Het is slechts een zeer minieme greep van het aantal sociaal ondernemingen die nederland rijk is.

Mocht jij nou een sociaal ondernemer hebben ontmoet of een aankoop hebben gedaan die jou blij heeft gemaakt en met andere ogen deed kijken naar deze vorm van ondernemen, laat het ons weten. Of schrijf een blogje waarom dit jou inspireerde, blij maakte of anderszins iets bij je opriep. We ontvangen jouw verhaal graag.

Vrouwelijke ondernemers met sociale bedrijven blijken kansrijker

De kop vermoedt veel al dien ik de inleiding dan nog even twee maal te lezen.

Als vrouw word je serieuzer genomen als je een sociale onderneming leidt dan wanneer je bedrijf puur commercieel is. Tot die opmerkelijke conclusie komen hoogleraren Matthew Lee en Laura Huang.

Het verhaal vervolgt zich met de opkomst van de sociaal ondernemingen en geeft kort aan wat hun intentie is. Voor diegenen die het gemist hebben, nog zeker altijd uitleg nodig. Dat we maar wel weten waar we het over hebben.
Ik herinner me nog mijn start tijd waarbij sociaal ondernemerschap echt nog geen begrip was, zelfs voor mij niet. Het was gewoon een ondernemende oplossing voor een sociaal probleem en dat dan duurzaam kon zijn en we op die manier de gelden wat beter konden verdelen, voor die sociale groepen die echt met alle goede van de wereld het niet alleen zouden kunnen rooien; dat was het voor mij.
Het instrument naar een inclusieve samenleving, of in ieder geval een bijdrage eraan.
Maar goed, ik dwaal af; terug naar het onderzoek van Mathew en Laura.

Hoogleraren Matthew Lee en Laura Huang deden onderzoek naar gendereffecten in de wereld van sociaal ondernemerschap – en die blijken er nogal te zijn. Ik las met interesse verder en deel dat graag met jullie.

Gendereffecten

Wereldwijd worden sociale ondernemingen het meest door vrouwen geleid. Hoogleraren Matthew Lee en Laura Huang deden onderzoek naar gendereffecten in de wereld van sociaal ondernemerschap – en die blijken er nogal te zijn. Ben je namelijk een vrouwelijke ondernemer, dan maak je een grotere kans op financiering wanneer je de sociale impact van je onderneming benadrukt. In het onderzoeksblad Harvard Business Review deden de onderzoekers afgelopen week verslag van hun bevindingen.

Om dit te onderzoeken, deden de hoogleraren twee studies. Allereerst bestudeerden ze 43 sociale ondernemingen die gekoppeld waren aan één incubator. Sommige bedrijven binnen deze incubator vertelden in hun verhaal nauwelijks over hun sociale doelen, anderen wijdden meer dan een kwart van hun businessplan hieraan.

Na 421 evaluaties concludeerden de onderzoekers dat bedrijven met een vrouw aan het roer beschouwd werden als minder levensvatbaar dan wanneer een man leidinggaf. Zodra de vrouwen hun sociale doelen benadrukten, steeg de perceptie ten opzichte van hun onderneming – ongeacht of ze met vrouwelijke of mannelijke aanhoorders van doen hadden.

Tweede studie

Hierna voerden de onderzoekers een tweede studie uit, waarbij ze twee bedrijfspitches lieten inspreken door zowel een vrouwen- als mannenstem. De eerste pitch was puur commercieel, terwijl de tweede zowel een commercieel als sociaal element bevatte.

Ze lieten de pitches aan 224 studenten horen en vroegen welke zij als positiever bestempelden. De studenten bleken de puur commerciële pitch serieuzer te nemen als deze door een mannenstem werd ingesproken. Bij de sociaal-commerciële pitch maakte het niet uit of een man of vrouw deze deed. Vrouwen werden dus serieuzer genomen als ze een sociaal element in hun pitch verwerkten.

Warme pitch

De onderzoekers denken dat dit komt doordat er een verband zou zijn tussen hoe warm de ondernemer overkomt en de sociale impact van de onderneming. Uit een eerdere studie bleek al dat vrouwen die warm overkomen eerder als bekwaam worden beschouwd, terwijl dit bij mannen niet zo is. De studenten bleken sociaal-commerciële bedrijven waarover vrouwen pitchten als warmer te ervaren dan wanneer dit puur commerciële bedrijven waren.

Volgens de hoogleraren hebben de resultaten positieve en minder positieve consequenties voor vrouwelijke ondernemers. Enerzijds kunnen vrouwelijke ondernemers er hun voordeel mee doen dat ze serieuzer genomen worden indien zij sociale ondernemingen leiden. Aan de andere kant wijzen de resultaten op een stereotypering in de ondernemerswereld, waaraan de scene de komende jaren hard zal moeten werken.

(bron: Sprout – 12 maart 2018)

Genoeg te doen dus , ook als je leest dat er meer genderverschillen zijn op ondernemend gebied.
Vrouwelijke ondernemers die pitchen voor investeerders krijgen andere vragen voorgeschoteld dan hun mannelijke collega’s. En dat is de belangrijkste reden dat vrouwen gemiddeld minder groeigeld ophalen dan mannen, bleek afgelopen jaar uit onderzoek.

Dus laten wij, als vrouwelijke ondernemers, en de omgeving zijnde de investeerders, de overheid en de corporates, maar eens de volgende fase ingaan. Die stereo typering in de ondernemerswereld ook maar eens onder de loep nemen. Ook bij sociaal ondernemend Nederland. Man en of vrouw, of welk geslacht dan ook; daar start het met Impact maken op de samenleving en geloof me daar zijn mannen net zo goed als in vrouwen, zo ook dat vrouwen prima in staat zijn een corporate te leiden als hun mannelijke collega. Kom op jongens (zou ik bijna zeggen :-)); stap in deze nieuwe tijd en laat genderverschillen geen issue noch de reden van succes meer zijn!

Blijft sociaal ondernemerschap na de Gemeenteraadsverkiezingen op de agenda’s staan?

Social Enterprise NL vergeleek de verkiezingsprogramma’s van de G4 steden en deelt de belangrijkste inzichten.

De afgelopen jaren hebben steeds meer gemeenten sociaal ondernemerschap een plek gegeven in beleid. AmsterdamDen Haag en Rotterdam hebben Actieplannen gelanceerd en Utrecht heeft de Social Impact Factory mede opgestart. De G32 heeft in 2016 sociaal ondernemerschap tot speerpunt benoemd.

Het is belangrijk dat deze programma’s na de Gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart worden voortgezet. Social Enterprise NL en Social Impact Factory schreven daarom in de zomer van 2017 een gezamenlijke brief aan politieke partijen, met de oproep om sociaal ondernemerschap een plek te geven in de verkiezingsprogramma’s.

Inmiddels zijn de meeste verkiezingsprogramma’s vastgesteld. Daarom hebben wij voor de G4 steden de verkiezingsprogramma’s van de grootste politieke partijen vergeleken. Welke thema’s zijn in welke stad belangrijk? En welke partijen stellen zich het meest ontvankelijk op? Voor het complete schematisch overzicht, klik hier. Maar Social Enterprise NL is ook geïnteresseerd in de status van sociaal ondernemen buiten de G4. Help ons ook dit in kaart te brengen! Hierover volgt later meer. Dit artikel bespreekt nu eerst per stad kort de belangrijkste inzichten.

Amsterdam: Van buurtontwikkeling tot re-integratie

Van de zeven grootste partijen in Amsterdam noemen vijf partijen sociaal ondernemerschap in hun verkiezingsprogramma: D66, GroenLinks, SP, PvdA en de ChristenUnie. Het verschil tussen deze partijen is groot. Waar D66 sociaal ondernemerschap voorzichtig een plek geeft in de context van ruimtelijke ontwikkeling, ziet de SP sociaal ondernemers als belangrijke schakel in het opbloeien van buurten. De PvdA en GroenLinks benadrukken juist de waarde van sociaal ondernemers bij het re-integreren van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De PvdA wil dan ook concreet investeren in het uitbreiden van het aantal sociale ondernemingen. De VVD en het CDA noemen sociaal ondernemen niet.

Den Haag: Sociaal ondernemerschap in zorg en welzijn

De VVD Den Haag ziet een belangrijke rol weggelegd voor sociale ondernemingen bij het hervormen van het zorg- en welzijn domein: “De VVD wil dat grote subsidies aan welzijnsorganisaties worden afgebouwd en wil sociaal ondernemingen die (op termijn) een realistisch eigen verdienmodel hebben de kans bieden om deze taken over te nemen. Zo kunnen tientallen miljoenen euro’s gemeenschapsgeld beter worden besteed. Sociaal ondernemers krijgen de kans om nieuw werk te genereren en zorg die beter aansluit op de vraag van bewoners.” Daarnaast wil de partij een ‘crowdfunding platform’ oprichten, dat beginnend sociaal ondernemers helpt opstarten. Andere partijen zoals GroenLinks en de PvdA halen sociaal ondernemerschap ook concreet in hun programma’s aan in de context van het stimuleren van duurzaam ondernemen. D66 noemt “alle sociale ondernemingen hun partner in het bestrijden van jeugdwerkeloosheid.” Daarnaast signaleert de partij dat de gemeente nu nog onvoldoende toegankelijk is voor ondernemers. Daarom wilt D66 dat er één werkgeversloket komt waar ondernemers geholpen worden met vragen over regelgeving, vergunningen en procedures.

Rotterdam: Social Impact Bonds en launching customer

In de gemeente Rotterdam haalt de PvdA  sociaal ondernemerschap concreet naar voren door te stellen dat het bedrijven wil helpen te investeren in duurzame groei en sociaal ondernemerschap. Het CDA vindt dat maatschappelijk ondernemers een podium moeten krijgen en wil investeren in samenwerkingen met investeerders in de vorm van ‘Social Impact Bonds’. D66 wil dat gemeente als ‘launching customer’ Rotterdamse bedrijven en initiatieven meer ruimte biedt. De VVD en Leefbaar Rotterdam noemen sociaal ondernemen niet.
Utrecht: Inkoop en aanbesteding

Ook in Utrecht staat sociaal ondernemerschap op de agenda: vier partijen noemen sociaal ondernemen concreet in hun verkiezingsprogramma’s. Zo wil D66 dat de gemeente voorop loopt bij het inkopen bij (lokale) sociale ondernemers. GroenLinks en Stadsbelang Utrecht benadrukken de cruciale rol van sociale ondernemers bij het creëren van werkgelegenheid. Stadsbelang Utrecht wil sociale ondernemers hier zelfs verder bij op weg helpen door het instellen van aanjaagsubsidies. De PvdA is van plan sociaal ondernemers te ondersteunen door in het inkoop- en aanbestedingsbeleid eisen te stellen aan de ‘social return’. Ook de CU en de SP zien heil in het aanpassen van het aanbestedingsbeleid.

G4: Sociaal ondernemerschap staat op de agenda

Het eerste wat opvalt is dat van alle 32 onderzochte verkiezingsprogramma’s meer dan de helftsociaal ondernemen concreet benoemd. Vooral in Amsterdam en Utrecht lijkt het politiek bewustzijn groot. De context waarin sociaal ondernemerschap genoemd wordt verschilt echter per stad en per partij. Dat is te verklaren door het feit dat sociale ondernemingen zich op verschillende maatschappelijke doelen richten en hierdoor te maken hebben met verschillende afdelingen van een gemeente. Dit is tevens een van de grootste frustraties van sociaal ondernemers, zij worden ‘van het kastje naar de muur’ gestuurd. Daarom pleiten Social Enterprise NL en Social Impact Factory in hun brief voor het instellen van een aanspreekpunt voor sociale ondernemingen.  Dit heeft de verkiezingsprogramma’s nog niet gehaald, maar het is absoluut winst dat  sociaal ondernemerschap in veel programma’s wordt genoemd. Dit vergroot de kans dat de programma’s die de afgelopen jaren zijn opgezet in de volgende collegeperiode worden voortgezet.

(bron : Social Enterprise NL – GR2018 en sociaal ondernemerschap, Februari 2018 )

Ga in gesprek met elkaar, overheid en het georganiseerde burgerinitiatief!

De wethouder is zeer te spreken over de Eethoek en de Kleedhoek. “Het zijn twee fantastische initiatieven. Maar wij als overheid stappen pas in het gat daar waar de samenleving hiaten laat vallen. Deze twee initiatieven worden fantastisch gedragen door bedrijven, particulieren en winkeliers. Zij hebben in dit geval de ondersteuning van de gemeente minder nodig”.
Deze bewoordingen van de wethouder in Almelo hielden me nog lang bezig.

De Onderstroom

Het was in de uitzending van Nieuwsuur over deze twee initiatieven in het kader van de Onderstroom in Almelo; eethoek en kleedhoek voor de allerarmsten. Fijn om een dergelijk item te zien in een programma als Nieuwsuur en ben altijd blij met de aandacht die zulke initiatieven dan krijgen (en verdienen). Dat geeft aan dat het al lang geen dromerij meer is en er echt stappen worden gezet om die maatschappelijke problemen het hoofd te bieden op een betrokken wijze vanuit die burger.
Toch bleef de opmerking van de wethouder bij me hangen.
Allereerst zijn regel van wanneer de overheid ergens instapt, zijnde wanneer de samenleving hiaten laat vallen. Geloof me, de mensen die gebaat zijn bij deze oplossingen, vielen al veel langer in een gat. Een gat waarvoor de overheid geen passende oplossing bood.Een hiaat wat al langer pijnlijk zichtbaar was in die samenleving. Waarbij mensen, erin beland door de omstandigheden, gevangen door regels, geen uitweg meer zien.
En diezelfde samenleving probeert hierbij nu elkaar te helpen en samen een oplossing te creëren.

Voorwaarden voor een duurzaam initiatief

Wat ook bij mij bleef hangen was de uitspraak dat deze initiatieven geen steun nodig zouden hebben vanuit de overheid. En dat terwijl de organisatoren best een duwtje in de rug kunnen gebruiken om dit duurzaam door te zetten.
Zoals van Baaren, initiator en trekker van de beide initiatieven, samen met haar man aangeeft. “Ja, al die uren. Als ik zou gaan werken zou ik wellicht meer te besteden hebben, dan de zeventig euro in de week nu. Maar mijn conclusie is dat ik het niet anders wil”.
De afwezigheid van subsidie betekent wel dat van Baaren geen cent krijgt voor haar werk in de gaarkeuken. Haar man heeft inmiddels een tijdelijk baantje, maar samen hebben ze nog steeds niet meer te besteden dan die zeventig euro.
En begrijp me niet verkeerd, ik ben voorstander van dergelijke ondernemende oplossingen en niet altijd van subsidie en toch geloof ik dat de rol van de overheid beter en anders kan.
Mijns inziens werken dit soort burger initiatieven fantastisch. Sneller, flexibeler, creatiever en vaak met meer impact dan menig overheidsvoorstel. In eerste instantie zijn ze immers ook ontstaan door een falende overheid al zat daar de essentie van mijn ongemakkelijkheid niet in.
Uit de ervaringen weet ik wat voor druk er vaak op deze vrijwilligers komt te staan en hoeveel tijd er nodig is om steun te krijgen, financieel en in natura. Het werven van deze steun is arbeidsintensief en wordt ook nog vaak bemoeilijkt door de regelgeving. Dus om aan te geven dat de overheid daar geen rol in hoeft te spelen is mij iets te makkelijk.
Zo lang er nog regels zijn die beperkend kunnen werken, vrijwilligerswerk en dergelijke initiatieven nog niet algemeen ondersteund en erkend worden, is er zeker nog een rol voor de overheid weg gelegd. Meer in de voorwaarden scheppende sfeer.
Een rol in het faciliteren en ondersteunen daar waar het nodig is. Zoals het creëren van mogelijkheden voor dat vrijwilligerswerk, steun waar nodig in het aanpassen van die regelgeving zodat deze stimulerend werkt. En bijdragen in natura en ook financieel als blijkt dat de trekkers van een dergelijke organisatie te kwetsbaar zijn. Zij, die zo zorgen voor die oplossingen voor de meest kwetsbaren onder ons, verdienen toch die steun waar nodig.

Ga met elkaar in gesprek

Dus overheid, trek niet gewoon jouw handen ervan af. Verdiep je in wat er nog nodig is en hoe je daar als overheid een bijdrage aan kan leveren. Hoe kan je ondersteunen en wat ondervinden de organisatoren als belemmeringen? Zorg ervoor dat deze oplossingen duurzaam zijn. Ga met elkaar in gesprek en verken samen de mogelijkheden van wat er nodig is en wie daarvoor kan zorgen. Neem de faciliterende rol in als overheid al is dat soms zoeken. Blijf zoeken overheid en vindt jouw rol daarbinnen.
Vind samen een gezonde balans en wisselwerking, waarbij wellicht een herziening nodig is van taken en rollen.
Want elkaar vinden is niet zo moeilijk aangezien je beiden gaat voor dat gemeenschappelijke doel.
Ik houd het er maar voor nu op dat de opmerking van de wethouder wellicht voortkwam uit geldgebrek van de gemeente en de onwetendheid wat je als overheid wel kan doen, al is dat wellicht net even anders dan dat je altijd gewend was.

We zijn op weg en in vele gevallen gaan die partijen met elkaar in gesprek. Al vind ik het, ongeduldig als ik ben na jaren werkzaam in dit maatschappelijke veld, soms best nog lang duren!

 

 

Innovatieve financiering ondersteunt voormalig kankerpatiënten bij terugkeer naar werk

Een brede alliantie van partijen, waaronder De Amersfoortse en ABN Amro, slaat de handen ineen om werknemers die kanker hebben (gehad) te ondersteunen bij een snellere, succesvolle terugkeer naar werk. 140 mensen met kanker worden de komende twee jaar met een nieuw ontwikkelde intensieve re-integratieaanpak begeleid. Het doel daarbij is om zoveel mogelijk werknemers duurzaam te re-integreren naar werk.

Jaarlijks krijgen circa 40.000 werknemers de diagnose kanker. Hoewel zij in de beginfase uiteraard andere zaken aan het hoofd hebben dan werk, willen zij doorgaans na de behandeling graag weer aan het werk. Re-integratie van werknemers met kanker verloopt echter vaak moeizaam. Zij hebben te kampen met vermoeidheid, minder concentratie en geheugenproblemen. Uiteindelijk verliest een kwart van hen zijn werk.

Begeleiden

Verzekeraar a.s.r. met haar merk De Amersfoortse (de opdrachtgever), arbodienst ArboNed en re-integratiebureau Re-turn (de uitvoerders), ABN Amro Social Impact Fund en Start Foundation (de investeerders) hebben nu de handen ineengeslagen om dit probleem aan te pakken. Dit heeft geleid tot een nieuwe aanpak om werknemers die herstellende zijn of hersteld zijn van kanker succesvol terug te begeleiden naar het arbeidsproces en uitval te verminderen.

140 deelnemers krijgen de komende twee jaar een intensieve begeleiding aangeboden, uitgevoerd door ArboNed en Re-turn. Uitgangspunt voor de nieuwe aanpak is blijven bewegen, zowel op fysiek, mentaal als werkvlak. Dit varieert van het doen van bewegingsoefeningen tot het definiëren van doelstellingen en het leren omgaan met beperkingen. De deelnemers krijgen ondersteuning van coaches die hen met een intensief programma begeleiden. Ook de werkgever is intensief betrokken. Zo wordt hij begeleid bij het voeren van de dialoog met de werknemer.

Innovatieve financiering

Voor de nieuwe aanpak is door ABN Amro een innovatieve financiering ontwikkeld: een Health Impact Bond. De investeerders stellen de benodigde financiering van de re-integratieaanpak beschikbaar en dragen het financiële risico. Ze krijgen pas uitbetaald door de opdrachtgever als de beoogde resultaten zijn gerealiseerd. Onafhankelijke beoordelaars bepalen in hoeverre de beoogde doelstellingen bereikt worden. De opdrachtgever betaalt de investeerders vervolgens uit op basis van de door hem gerealiseerde besparingen op verzuimverzekeringen. De investeerders beogen daarmee zowel een sociaal als een financieel rendement te realiseren.

(bron :Cindrea Limburg – AM)

Mooi om te zien hoe de Social Impact Bond er een broertje (of zusje) erbij heeft gekregen in de zorg. Een mooie brug geslagen tussen de diverse domeinen en een verstevigde aanpak door de handen ineen te slaan en de krachten te bundelen.

Ondernemersgeest op creatieve en innovatieve wijze belicht

Bij het woord ‘ondernemers’ denken we vaak aan jonge, blanke mannen a la Mark Zuckerberg (Facebook). Zonde, vindt auteur Alexa Clay. Juist op de zwarte markt zijn er veel ondernemers die dingen op een niet-traditionele manier aanpakken. En daar kunnen we een hoop van leren, zo schrijft Clay in haar boek The Misfit Economy, met als ondertitel : Lessons in Creativity from Pirates, Hackers, Gangsters and Other Informal Entrepreneurs.

De Amerikaanse econoom Alexa Clay schreef een boek over innovatie. Niet zomaar een boek, ze interviewde er beroemdheden uit het criminele circuit voor, samen met co-auteur Kyra Maya Philips. Piraten, drugsdealers en hackers vertelden over hun manier van zakendoen. En daar valt veel van te leren als we kijken naar onze relatief traditionele manier van organiseren, stelt Clay in het boek.

Criminelen organiseren hun zaken heel anders dan de meeste bedrijven doen. Ze moeten ook wel, en worden daardoor heel creatief.’

De basisgedachte van het boek is dat veel bedrijven vastgeroest zijn in hun gewoontes en daarom niet goed kunnen innoveren. ‘Die statische corporates zijn ook niet interessant voor jonge mensen die de arbeidsmarkt nu betreden.  Millennials willen werken in een bedrijf met ondernemersgeest, waar lef en risico’s durven nemen niet wordt afgestraft, maar wordt aangemoedigd. Een bedrijf dat maatschappelijk verantwoord onderneemt, dat weet wat sociaal ondernemerschap is en agile werkt. `

Het onderzoek resulteerde in vijf pijlers voor innovatief ondernemerschap:

  1. Hustle: Een idee kunnen bedenken en daar volledig voor gaan, met alle mogelijke middelen die je kunt verzinnen. Dat instinct hebben mensen al lang niet meer nodig, maar zouden ze wel moeten hebben. We hebben zoveel regeltjes dat we niet meer creatief kunnen nadenken, terwijl probleemoplossend kunnen denken heel belangrijk is.
  2. Hack: Stop met hiërarchisch werken. Kijk bijvoorbeeld naar de werkwijze van ondernemer Ricardo Semler, die zijn team alles laat bepalen. Wacht niet langer op consensus als er een beslissing moet worden genomen, maar wees proactief en ga het gewoon doen.
  3. Copy: We vinden het normaal om te denken dat elk idee origineel moet zijn, nog nooit eerder bedacht. Dat is onnodig, maak door middel van kopieergedrag gebruik van de kennis die er al is. Clay sprak tijdens het onderzoek met een soort Robin Hood uit India. ‘Hij ‘kopieerde’ bepaalde medicijnen en deelde die uit onder de armen die het niet konden betalen. De medicijnfabrikanten werden toen genoodzaakt om hun prijzen aan te passen aan de zwarte markt.’
  4. Provoke: Neem een buitenbeentje aan dat de status quo binnen het bedrijf kan uitdagen. Bedenk voor jezelf welke eigenschappen leiders in de toekomst nodig zullen hebben en probeer dat dan na te streven, in plaats van te werken met eindeloze PowerPoints met standaard toekomstbeelden. Luister naar mensen die anders denken.
  5. Pivot: Durf risico’s te nemen en lef te tonen. Ga een persoonlijk avontuur aan en kijk eens wat je ontdekt.

Dit boek onderzoekt de verhalen van ondergrondse innovatie die de Misfit Economie vormen. Het onderzoekt  en vraagt: wie zijn deze onbekende visionairen? Hoe werken ze? Hoe organiseren ze zich? Hoe katalyseren ze innovatie? En uiteindelijk, hoe kun je deze lessen in je eigen wereld toepassen?
Hoe kunnen corporates hun onderneming aantrekkelijker maken? Je hoeft niet direct alles om te gooien. Het gaat erom dat je de cultuur verandert, de ondernemersgeest in jouw mensen naar boven brengt.
‘We spraken bijvoorbeeld met een consultant van Accenture. Hij was vrijwilligerswerk gaan doen in de Balkan en kwam terug als veranderd mens. Hij zegde zijn baan op en ging terug om mensen in de Balkan vrijwillig ondernemersles te geven. Daardoor zette hij een nieuw bedrijf op met een compleet nieuw verdienmodel.’

Alexa Clay is spreker tijdens het Future of Work-event op 29 september.

Wil je het boek graag lezen? Je kunt het hier bestellen. 

Gastblog Fiene van Loock – Sociale Zaken!

Na 14 intensieve jaren van een overvolle agenda in sociaal ondernemen, vele maatjesprojecten, Social Powerhouse, diverse trainingen en dialoogsessies, én zorgen voor mijn gezin heb ik mij

Inmiddels ben ik heel wat wandelkilometers verder, waarin stilstaan en verdiepend onderzoek samen met collega’s centraal stonden.

G32- Meer impact met sociaal ondernemerschap in en door gemeenten

Het G32-stedennetwerk is het netwerk van 38 (middel)grote steden in ons land, die elkaar vinden in de stedelijke vraagstukken waar de leden van het netwerk voor staan. Het belangrijkste doel van het G32-stedennetwerk is het behartigen van de gezamenlijke belangen van de G32-steden op diverse beleidsterreinen richting kabinet,  Eerste en Tweede Kamer en ministeries. Daarnaast heeft het G32-stedennetwerk ook een belangrijke rol waar het gaat om kennisuitwisseling.

Steeds meer gemeenten zien de waarde van sociaal ondernemerschap en zoeken de samenwerking op en het stedennetwerk G32 heeft sociaal ondernemerschap in 2016 al tot speerpunt benoemd.
Zo is er nu een roadmap Sociaal ondernemerschap ontwikkeld om gemeenten op weg te helpen.

In de Roadmap staat veel informatie voor gemeenten over sociaal ondernemerschap en de manier waarop gemeenten sociaal ondernemerschap kunnen stimuleren.

Dat kan door integraal accountmanagement, inkoop en aanbesteding en het stimuleren van het ecosysteem.

De Roadmap is tot stand gekomen in intensieve samenwerking met een G32-werkgroep van 15 actieve steden. In de Roadmap staan veel voorbeelden uit de steden, zoals uit Hengelo, Ede en Haarlemmermeer.

Lees hier de Roadmap Sociaal Ondernemerschap (pdf)

Laat je inspireren door de voorbeelden, als gemeente en ook als sociaal ondernemer. Op naar nog meer impact door sociaal ondernemerschap!