Maatschappelijke waarde: de lessen van Fish Tales, WakaWaka, Yoni & Gispen

Bij het lezen van het stuk in Frankwatching door Marjan de Jong triggerde mij in eerste opzicht drie dingen.

Ten eerste dat er in de inleiding wordt aangegeven dat je in dit artikel leest hoe je in drie stappen maatschappelijke   waarde creëert. Ten tweede de aansprekende voorbeelden, die altijd tot de verbeelding spreken en ook zeker waar hebben gemaakt wat ze beogen te doen. En zo de leerlessen tijdens dat proces hebben meegenomen. Dus altijd plezierig om daar weer uitgebreid over te lezen. En ten derde de introductie van Marjan de Jong zelf.

Marjan haar droom is dat social enterprises de wereld leiden. Daarom werkt ze in het onderwijs; helpt ze social enterprises groeien; en helpt ze bedrijven om te denken en doen als een social enterprise.

Ja, dat vind ik inspirerend. Dus hopla richting het artikel en het begin is uiteraard gesneden koek en wellicht niet nieuw voor diegenen die al langer op deze manier ondernemen. Toch een mooi artikel en mooi dat het gelezen wordt door mensen die er wat verder vanaf staan. En vergeet die laatste zin niet : Uiteindelijk zijn het de mensen die het verschil maken.

“Hoe creëer je maatschappelijk waarde? En hoe kun je dit zo inrichten dat je tegelijkertijd ook geld verdient? Social enterprises beginnen met hun maatschappelijke waarde en hebben omzet nodig om te groeien. Maar er zijn ook steeds meer traditionele bedrijven (waar het primaire doel geld verdienen is) die geloofwaardig en succesvol maatschappelijke waarde toevoegen aan hun bedrijf. In dit artikel lees je hoe je in 3 stappen maatschappelijke waarde creëert. En je leert van 4 bedrijven die erin slagen geld te verdienen én maatschappelijke waarde bieden: Yoni, Fish Tales, WakaWaka en Gispen.”

Wat is een social enterprise?

Een social enterprise lijkt in veel opzichten op een ‘gewone’ onderneming. Het bedrijf levert een product of dienst en heeft een verdienmodel. Het grote verschil is het doel van de onderneming. Geld verdienen is niet het doel, maar een middel om de werkelijke missie te bereiken: het creëren van maatschappelijke impact. Social enterprises zijn actief in allerlei sectoren en zij creëren grote maatschappelijke waarde voor mens en milieu. Zo zetten ze zich in voor eerlijke handel en creëren ze meer sociale samenhang.

Geld verdienen is niet het doel, maar een middel om de werkelijke missie te bereiken: het creëren van maatschappelijke impact.

Een social enterprise:

  • heeft primair een maatschappelijke missie: impact first
  • is een zelfstandige onderneming die een dienst of product levert
  • is financieel zelfvoorzienend, gebaseerd op handel of andere vormen van waarde-uitruil en is dus beperkt of onafhankelijk van giften of subsidies
  • is sociaal in de wijze waarop de onderneming wordt gevoerd

Wat kunnen ondernemers leren van social enterprises?

Hoe succesvoller social entrepreneurs zijn, hoe meer impact ze kunnen maken. Dit succes vraagt om ondernemerschap, een kwaliteit die iedere ondernemer nodig heeft. Het grote verschil zit in de focus. Social entrepreneurs hebben een extra drive. Het belang gaat voorbij aan de individuele belangen van de ondernemer, zijn/haar portemonnee, of zijn /haar drang naar succes.

Henk Jan Beltman, CCO Tony’s Chocolonely: “Het grote verschil tussen Tony’s en een regulier bedrijf is dat iedereen overtuigd is van het feit dat het absurd is hoe het er in de chocolade-industrie aan toe gaat. Die weeffout gaan wij herstellen. Dus er zit een extra drive in. Dat houdt in dat je mensen naar huis moet sturen, in plaats van aan moet moedigen om harder te werken.”

Maatschappelijke impact

Je hoeft geen social enterprise te zijn om je steentje bij te dragen aan een betere wereld. Ieder bedrijf kan sociaal zijn in de wijze waarop de onderneming wordt gevoerd. Bij een social enterprise is geld verdienen ondergeschikt aan de maatschappelijke impact. Maar geld verdienen en maatschappelijke impact kunnen hand in hand gaan, zolang:

  • de winstneming door eventuele aandeelhouders maar redelijk is
  • zeggenschap van alle betrokkenen evenwichtig is
  • het bedrijf fair is naar iedereen
  • het bedrijf zich bewust is van haar ecologische voetafdruk
  • het bedrijf transparant is in haar bedrijfsvoering

Willemijn Verloop (Founder & Director Social Enterprise NL): “Wat jij hebt bij te dragen aan de samenleving, ligt in het verlengde van winst maken.”

In 3 stappen naar maatschappelijke waardecreatie

Wil je meer waarde creëren met je bedrijf, maar weet je (nog) niet goed hoe je dat moet aanpakken? Doorloop de volgende 3 stappen naar maatschappelijke waardecreatie:

  1. Begin bij jouw missie: waarom doe je wat je doet? Wat is jouw droom?
  2. Kijk vervolgens naar de randvoorwaarden, die voor jou belangrijk zijn. Zo kun je waarde creëren binnen jouw randvoorwaarden. Het risico is dat je anders halverwege het proces ontdekt dat de waarde die je creëert, in conflict is met andere belangen binnen het bedrijf.
  3. Als het fundament staat en je verhaal klopt, dan kun je het ook met volle overtuiging de wereld in slingeren. Neem mensen mee op je reis en maak van klanten ambassadeurs, die je verhaal verder vertellen.

Ik beschrijf hieronder elke stap vanuit een theoretisch kader met praktijkvoorbeelden van Fish Tales, WakaWaka, Yoni en Gispen. Voor dit artikel heb ik Bart van Olphen (oprichter en eigenaar van Fish Tales), Maurits Groen (medeoprichter en bestuurder van WakaWaka), Mariah Mansvelt Beck (medeoprichter en mede-eigenaar van Yoni) en Rick Veenendaal (manager circulaire economie bij Gispen) geïnterviewd.

Stap 1: maatschappelijke waarde creëren begint bij je missie

Je kunt op allerlei manieren maatschappelijke waarde creëren. De kunst is om dichtbij jezelf te blijven. Waarom doe je wat je doet? Wat is je missie? En hoe formuleer je deze almost impossible dream? Veel (sociaal) ondernemers gebruiken hiervoor de “Why” van Simon Sinek als startpunt.

De missie van Fish Tales

Na de Hotelschool ging Bart van Olphen naar Frankrijk om te leren koken. Bart leerde alles over vis. En de liefde voor vis nam hij mee terug naar Amsterdam. Op een dag ging hij met zijn visleverancier mee naar de visafslag. Hij was stomverbaasd. Bart: “Wereldwijd wordt er 57 miljoen ton vis gevangen en 39 miljoen ton weer teruggegooid. Voor elke kilo garnalen wordt 10 kilo zeeleven vernietigd. Als we zo doorgaan, dan kunnen mijn kinderen over 40 jaar geen vis meer eten.”

“Dit was de reden dat ik van visboer veranderde in verantwoord ondernemer. Mijn missie veranderde van mensen leren vis te koken in: ‘We love fish, we care about the ocean and inspire you.’” Bart begon Fish Tales: een merk dat een brug slaat tussen de visser en de consument.

De missie van WakaWaka

Maurits Groen was 7 toen zijn maatschappelijk bewustzijn ontstond. Toen het bos naast zijn huis werd omgekapt, ontdekte hij dat papier van hout wordt gemaakt. Hij wilde iets doen tegen de houtkap en besloot kranten te verzamelen om te recyclen. 50 jaar later richtte Maurits WakaWaka op. WakaWaka voorziet iedereen van zonne-energie. Van backpackers en festivalgangers tot vluchtelingen of ondernemers in rurale gebieden.

Iedereen kan gebruikmaken van kwalitatief hoogstaande solar producten in een mooi design. WakaWaka maakt deze producten, omdat licht en stroom toegang bieden tot educatie, communicatie en mogelijkheden om geld te verdienen. Meer dan een miljard mensen op de wereld hebben geen toegang tot energie. Dit heeft grote gevolgen voor hun sociaaleconomische ontwikkeling. WakaWaka biedt ieder mens toegang tot energie. In deze video voel je de why van WakaWaka.

De missie van Yoni

Toen Mariah Mansvelt Beck werd behandeld voor een voorstadium van baarmoederhalskanker, adviseerde een specialist haar om biologisch katoenen maandverband of tampons te gebruiken om verdere irritatie te voorkomen. Samen met Wendelien Heblyontdekte ze dat veel tampons en maandverband van synthetische stoffen worden gemaakt en plastic en parfum kunnen bevatten. Omdat er geen wettelijke verplichting is, staat dit niet op de verpakking vermeld. Net als de meeste vrouwen, waren Mariah en Wendelien zich hier niet van bewust.

Ze besloten dat biologisch katoenen maandverband en tampons niet exclusief moeten zijn, maar de norm, toegankelijk voor iedereen. Ze startten Yoni, een lijn van inlegkruisjes, maandverband en tampons, gemaakt van biologisch katoen, chloorvrij gebleekt en vrij van pesticiden, plastics of andere synthetische stoffen. Yoni streeft naar transparantie en wil iedere vrouw de kans bieden om biologisch katoenen inlegkruisjes, maandverband of tampons te gebruiken.

De missie van Gispen

Gispen staat voor duurzaam design. Door middel van inspirerende, duurzaam ontworpen producten en ruimten willen ze optimale omgevingen creëren die een positieve invloed hebben op mensen. Gispen is ervan overtuigd dat goed ontworpen, duurzame producten garant staan voor een duurzaam interieur.

Gispen gelooft in een circulaire economie. Zo ontwerpen ze bijvoorbeeld productonderdelen zó, dat deze of alle onderdelen opnieuw gebruikt kunnen worden. Denk aan stalen bureaupoten die ze bewerken en opnieuw lakken voor een salontafel. Zijn producten aan hun einde toe? Dan zorgt Gispen ervoor dat reststoffen weer veilig terugkomen in de natuur of opnieuw als grondstof kunnen worden gebruikt. Een bureaublad dat niet meer kan worden gebruikt voor iets anders, versnipperen ze zodat er een nieuwe plaat van kan worden gemaakt.

Wat is je uitgangspunt?

Zoals je leest in de eerste drie voorbeelden, is het uitgangspunt van een social enterprise vaak: ‘Hier klopt iets niet in de markt. Ik ga het anders doen.’ Willemijn Verloop (Social Enterprise NL): “Je kiest niet de makkelijke weg, maar wel de weg waarmee je uiteindelijk de meeste waarde creëert” (pdf).

Bestaande bedrijven kunnen dezelfde benadering kiezen, want zij weten vaak precies hoe het er in hun keten aan toe gaat. Gispen levert een actieve bijdrage aan verduurzaming, omdat ze zien dat het beter kan. Het is de overtuiging van het bedrijf in combinatie met de behoefte van de markt. Het grote verschil met social enterprises is dat Gispen eigendom is van HAL Investments, die als doel heeft om zoveel mogelijk waarde voor haar aandeelhouders te creëren. Deze waarde wordt voornamelijk uitgedrukt in geld en niet in maatschappelijke waarde.

Stap 2: creëer waarde binnen de sociale en ecologische randvoorwaarden

Managementgoeroe Michael Porter geeft aan dat juist bedrijven grote problemen zoals klimaatverandering kunnen aanpakken. Bedrijven kunnen “shared value” creëren. Shared value ontstaat als we op hetzelfde moment aan maatschappelijke en economische waarde bouwen. Dit kan op verschillende niveaus:

  1. Door een product te ontwikkelen dat bijdraagt aan de oplossing van een maatschappelijk probleem
  2. Door alle onderdelen in je organisatie duurzaam in te richten
  3. Door optimaal samen te werken met al je stakeholders

People, Planet, Profit

De creatie van deze shared value gaat een stap verder dan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO), omdat maatschappelijke en economische waarde op hetzelfde moment worden gecreëerd. Het uitgangspunt van MVO is het streven naar een balans tussen People (mensen), Planet (milieu) en Profit(economische winst). De 3 P’s of triple bottom line werden in 1994 geïntroduceerd door John Elkington (pdf).

Shell gebruikte de term als eerste in Nederland. Inmiddels worden de 3 P’s door veel bedrijven in Nederland toegepast. Er wordt aan iedere P invulling gegeven en er wordt gekeken naar de overlap tussen de verschillende onderdelen (zie figuur 1).

People, Planet, Profit

 

Greenwashing

Binnen dit model bestaat de kans dat bedrijven of organisaties zich groener of maatschappelijk verantwoorder voordoen dan zij daadwerkelijk zijn. Dit wordt greenwashing genoemd. In het geval van greenwashing communiceert het bedrijf dat zij duurzaam of maatschappelijk betrokken is, maar de kern van het bedrijf is nog steeds vervuilend of schendt mensenrechten.

Niet elke organisatie die aan greenwashing doet, doet dit bewust. In veel gevallen wil het bedrijf iets maatschappelijks doen, maar realiseert het bedrijf zich niet dat het kernproces aangepast moet worden om daadwerkelijk maatschappelijk verantwoord bezig te zijn.

Wanneer het lukt om het kernproces aan te passen, is de maatschappelijke waarde die gecreëerd wordt geloofwaardig en verankerd in het bedrijf. Deze verankering wordt gerealiseerd, als er winst wordt gemaakt binnen de randvoorwaarden Planet en People. Dit is gevisualiseerd in figuur 2. Economische ontwikkeling (Profit) is mogelijk binnen de sociale randvoorwaarden (People). Deze sociale randvoorwaarden kunnen alleen bestaan binnen de ecologische randvoorwaarden (Planet).

Planet, People, Profit

Ik leg naar aanleiding van dit model een stelling voor aan de geïnterviewden: als je echt sociaal of maatschappelijk wil ondernemen, dan ga je niet op zoek naar de balans tussen de elementen People, Planet en Profit. Je gaat voor maximale winst binnen de randvoorwaarden People en Planet. Zien (sociaal) ondernemers dat ook zo?

Fish Tales

Bart van Olphen: “Vis uit de oceaan halen moet op marine biologisch niveau kloppen. Zo moet het visbestand op peil zijn én blijven, en moet vis dusdanig worden opgevist dat het geen schade toebrengt aan de natuur. Daarnaast moet alles geregistreerd worden en traceerbaar zijn. De authentieke vismethode ‘hengel en haak’ is een van de belangrijkste methoden om ook in de toekomst te kunnen blijven vissen. Daarom investeren we in visserijgemeenschappen in ontwikkelingslanden die met hengel en haak vissen. Fish Tales helpt deze vissers bijvoorbeeld door het financieren van ijsmachines en vriezers en het verkrijgen en behouden van een MSC-certificering. Dit geeft de vissers meer mogelijkheden om hun vis te vermarkten. Dit gebeurt voornamelijk onder het Fish Tales-label, maar dat is geen verplichting. De vissers kunnen hun vis vermarkten zoals ze zelf willen.

Als het een opdracht wordt om iets met People en Planet te doen, dat kun je de tent beter sluiten.

Over de 3 P’s is Bart heel duidelijk: “Als het een opdracht wordt om iets met People en Planet te doen, dat kun je de tent beter sluiten. Je moet oprecht willen bijdragen aan een betere wereld. Als je dat niet voelt, kun je nooit succesvol worden. Jonge mensen accepteren niet meer dat je als bedrijf niet bijdraagt aan een betere wereld. De 3 P’s zijn achterhaald. Profit kan nooit een doel zijn, maar is een gevolg van je doel. Het moet een gevolg zijn van waarom je iets doet en die reden mag nooit winst zijn. Dat is een gevolg, omdat je het goed doet. Ik ben niet bezig met: ‘Alles wat ik doe moet optimaal duurzaam zijn’. Duurzame vis is ons doel. We streven zoveel mogelijk naar ons doel waarbij goede zorg voor vis, natuur en onze visserijgemeenschappen bovenaan staan.”

WakaWaka

Maurits Groen: “De Profit is een bijverschijnsel van iets wat je fatsoenlijk doet. Anders zou de samenleving het niet eens moeten toestaan dat dat soort activiteiten plaatsvinden. Je moet je gedragen als verantwoordelijk burger, producent en bedrijf.

De Profit is een bijverschijnsel van iets wat je fatsoenlijk doet.

Maurits is al zijn hele leven bezig met het welzijn van onze planeet: “Vergeet het woord klimaatverandering. Het is klimaatontwrichting. De kosten zijn zo hoog, dat het asociaal is dat de mensen die het meest vervuilen in verhouding het minst betalen. Mensen die daar het minste aan bijgedragen hebben, moeten vaak het meeste betalen. Neem bijvoorbeeld de Masai. Die mensen kunnen zich niet verweren. Die sterven in stilte. Als je als verslaggever moet rapporteren over klimaatverandering, dan kom je je bed niet meer in. In Zuid-Afrika wordt het water op rantsoen gezet, omdat het al jaren niet meer geregend heeft. Op Groenland woedde vorig jaar de grootste bosbrand ooit in het gebied. Bosbranden in en om de poolcirkel zullen naar verwachting steeds verder toenemen. Als alle plannen van de Paris Agreement in alle landen worden uitgevoerd, wordt het op de aarde nog steeds 3 graden warmer.” En zo kan Maurits nog wel even doorgaan.

WakaWaka biedt de mogelijkheid om op een simpele manier stroom op te wekken. Maurits: “Bij rampen en vluchtelingen situaties geven we veel producten gratis weg. Daarnaast verkopen we onze producten in het Westen, maar ook in landen waar mensen helemaal geen stroom hebben. Dat is moeilijk, want die mensen hebben vaak ook geen geld. Deze mensen betalen iedere week een klein bedrag omdat de initiële investering te hoog is. Dit betekent wel dat wij de producten moeten voorfinancieren. Daarnaast moeten we ook onze voorraad financieren. Dat is best een grote uitdaging. Banken durven dat niet. Dus zijn we heel veel tijd kwijt met geld en financiering.”

WakaWaka heeft verschillende vormen van crowdfunding ingezet om deze financieringsuitdagingen het hoofd te bieden. Maurits: “Voor continuïteit heb je een positief bedrijfsresultaat nodig. Hier zijn we druk mee bezig. We gaan geen compromis doen, mensen benadelen of slechte producten maken. We helpen levens verbeteren en dat blijven we doen.”

Yoni

Yoni vindt dat iedere vrouw recht heeft om te weten waar haar producten van zijn gemaakt. Ze zitten momenteel midden in een B-corp certificering, waarvoor alle onderdelen van het bedrijf onder de loep worden genomen en worden beoordeeld. Voor deze certificering wordt overal naar gekeken: van welk wasmiddel je gebruikt tot de verhouding tussen het hoogste en het laagste salaris.

Ik zou niet op een andere manier zaken kunnen doen.

Bij Yoni zijn de medewerkers continu bezig met duurzaamheid. Mariah Mansvelt Beck: “Ik zou niet op een andere manier zaken kunnen doen. Soms maak je afwegingen tussen een tamelijk duurzame aanpak en een compleet duurzame aanpak. Zo is de wikkel om onze tampons van plastic. We hebben gekeken naar bioplastic, maar toen we begonnen hield bioplastic de tampon niet bij elkaar. Ik verwacht dat dit inmiddels wel mogelijk is. Maar omdat wij een kleine speler zijn, kunnen we de kosten niet alleen dragen. Dan hebben we meerdere producten nodig en de lobby met andere tamponproducenten kost veel tijd. Voor een klein team is deze afweging een kwestie van keuzes maken.”

Gispen

Rick Veenendaal is Manager circulaire economie bij Gispen. Zijn rol is om Gispen mee te nemen en te coachen naar een circulair business model. Rick: “Gispen bestaat inmiddels 100 jaar en waar we in onze uitingen sterk in zijn is onze Planet-kant. Ons doel is het stimuleren van duurzame consumptie. Winst maken is een resultaat. Ook de People-kant krijgt heel veel aandacht binnen Gispen, maar we vergeten dat te vertellen aan de buitenwereld.”

Beleid maken werkt niet, maar mensen ruimte geven wel.

“De afgelopen 100 jaar zijn er door de medewerkers zelf allerlei initiatieven bedacht, zoals het personeelsfonds, waar medewerkers en het bedrijf geld in een potje doen. Als je iets niet verzekerd krijgt, dan kun je hier aanspraak op maken. Daarnaast kunnen medewerkers tegen gereduceerd tarief sporten en is er een bedrijfsarts, fysiotherapeut en coach in huis. Er is een groot sociaal vangnet.”

“Door de circulaire economie kunnen we lokaal ook steeds meer doen. Zo hebben we bijvoorbeeld steeds meer vakmensen in Culemborg nodig die heel divers werk doen. Het mooiste voorbeeld vind ik dat we voor een aanbesteding een armlegger moesten leveren voor een bestaande bureaustoel. Daar was geen armlegger voor te vinden. Een collega uit onze fabriek is toen in het weekend in zijn schuurtje aan de slag gegaan. Op maandag kwam hij op kantoor met een passende armlegger.”

“Bij duurzame initiatieven is wel altijd de vraag wanneer het iets oplevert. Het conflicteert daarmee vaak met de winstdoelstelling van Gispen.” Rick heeft daar een handige oplossing voor gevonden: ”We vertellen ons verhaal regelmatig extern. Daar vraag ik een bedrag voor en dat geld stoppen we in een duurzaamheidsfonds. Dit fonds gebruiken we voor duurzame initiatieven. Op deze manier vermijden we de officiële paden en de winstdoelstellingen.”

Rik en zijn collega’s werken in hun vrije tijd aan duurzame initiatieven. “Bottom-up zit in het DNA van Gispen. Beleid maken werkt niet, maar mensen ruimte geven wel. Goed voorbeeld doet volgen. Wat we eigenlijk zouden moeten, is iedereen 15 of 20 procent van de baas z’n tijd laten besteden aan iets wat de medewerker zelf bepaalt. Iets wat niet direct en zichtbaar geld oplevert. Bijvoorbeeld de eerste archiefkast die we omgezet hebben in zitelementen en hangelementen. Deze archiefkast is meegenomen door een monteur die ermee aan de slag is gegaan. De normale procedure is dat we eerst met een ontwerper aan tafel gaan. Na drie rondes worden de ontwerpen definitief gemaakt en dan pas komt de monteur in beeld. Als we het anders inrichten, komt er veel meer energie in de organisatie.”

Drijfveren

De drie social enterprises blijken helemaal niet bezig te zijn met de uitgangspunten van People, Planet en Profit. Ze runnen hun bedrijf met de drijfveer iets goeds te doen voor de maatschappij. Alle besluiten die ze nemen, zijn gebaseerd op deze drijfveer. Ze vinden de 3 P’s achterhaald en geven allemaal hun eigen invulling aan sociaal ondernemerschap. Van B-corp certificering tot het erkennen van duurzame visserijgemeenschappen in ontwikkelingslanden, tot het weggeven van solar lampen in vluchtelingenkampen.

Bij Gispen is dat moeilijker, omdat het bedrijf gestuurd wordt op winstdoelstellingen. De bereidheid van de medewerkers is groot, maar de groei van de maatschappelijke impact wordt beperkt door de winstdoelstellingen.

Stap 3: deel je verhaal

Met een goed verhaal maak je het verschil. Als je een goed verhaal hoort, gebeurt er van alles in je brein. Je raakt emotioneel betrokken bij het verhaal, waardoor je het verhaal gemakkelijker kunt onthouden en beter kunt doorvertellen. Daarnaast activeert een verhaal delen in je brein, die ervoor zorgen dat je het verhaal omzet naar je eigen ideeën en ervaringen. Dit proces wordt neural coupling genoemd. Als jij je verhaalt vertelt, ervaart je publiek dezelfde brein-activiteiten als jij. Maar hoe en waar doe je dit?

Het verhaal van Fish Tales

Bart van Olphen had met Fish Tales een heldere missie: ‘We love fish, care about the ocean and inspire you’. Bart reisde de hele wereld over op zoek naar vissers, die op een duurzame manier vis vangen en deelde zijn reisverslagen op de website van Fish Tales. De doorbraak van Fish Tales komt als Bart op Instagram de kortste kookshow ter wereld begint. In filmpjes van 15 seconden geeft hij tips over hoe je vis bereidt. Als Jamie Oliver aangeeft zijn missie te steunen, vraagt hij Bart content te produceren voor zijn Food Tube-kanaal. Daarmee wordt Bart in één klap een bekend gezicht.

Naast succesvolle filmpjes deelt Fish Tales verhalen over duurzame visserijen en de lekkerste recepten op hun website, socialmedia-kanalen, in televisie-uitzendingen en in tal van geroemde kookboeken. De kookboeken worden wereldwijd vertaald. Bijna ieder jaar komt er weer een nieuw kookboek bij. Eind 2017 bracht Bart ‘Het Zeeuwse Mossel kookboek’ uit, waarmee hij het verhaal vertelt van de echte Zeeuwse mosselkwekers en verrassende recepten deelt.

Het verhaal van WakaWaka

Maurits Groen gebruikt zijn persoonlijke netwerk om aandacht te vragen voor WakaWaka en de vele andere initiatieven waar hij bij betrokken is. “Het gaat om een mix. LinkedIn en Facebook gebruik ik op een manier waarvan ik heb uitgevogeld dat het redelijk werkt. Twitter gebruik ik om mezelf te informeren. Ik houd best vaak verhalen en spreek veel mensen. Zo ben ik betrokken bij Oneworld en Pakhuis de Zwijger. Dit zijn omgevingen waar mensen rondlopen waar je iets mee kunt.”

“Bij WakaWaka staan we af en toe op stands en beurzen en geven we interviews op radio en tv. We willen dat mensen ons af en toe tegenkomen. Op deze manier groeit onze bekendheid. We proberen zo min mogelijk uit te geven. Google Adwords gebruiken we weleens, maar we hebben bijvoorbeeld nog nooit een advertentie geplaatst.”

Yoni

Mariah Mansvelt Beck: “Ik hoef geen verhaal te maken, dit is het verhaal. Het is zoals het is en zo vertel ik het ook – dus als een persoonlijk verhaal – op allerlei podia. Bij TEDx,  Creative Mornings, en bij kleinere groepen studenten of ondernemers. Dit werkt goed. Het idee is dat anderen mijn verhaal vervolgens doorvertellen.”

“Ook doen we ‘toilet takeovers‘ op allerlei wc’s, omdat dit de uitgelezen plek is om even stil te staan bij het onderwerp. Daarnaast is er vaak weinig creatiefs op het toilet. Op social media zijn we ook heel actief, want dit is een plek waar je goedkoop en creatief heel veel mensen kunt bereiken. Wij maken gebruik van Instagram, Facebook, onze website en ons blog. Onze Instagram-pagina is voor mij een plek waar visueel duidelijk wordt waar we voor staan met Yoni. Het is ook een plek waar we onze visuele identiteit op een relatief makkelijke manier kunnen ontwikkelen. Het gaat om een knipoog: kleurrijkheid,  attitude, iets dat in het oog springt.”

Gispen

Rick Veenendaal werkt in een team van drie mensen aan het invullen en uitdragen van de circulaire doelstellingen van Gispen. Rik: “We besteden 25% van onze tijd aan mensen ons verhaal vertellen. Dit is heel divers. Zo staan we voor een zaal met een paar honderd man of sparren we met een klant over de mogelijkheden. Het hoofdkantoor en de productie van Gispen is gevestigd in Culemborg. Hier is een winkel, inspiratiecentrum en collegezaal, waar bijeenkomsten van 60 tot 80 mensen georganiseerd kunnen worden. De open ruimte is ingericht als winkel en showroom. Hoewel Gispen vooral B2B georiënteerd is, komen hier ook regelmatig particulieren.”

Je hoeft geen social enterprise te zijn om je steentje bij te dragen aan een betere wereld

Bedrijven van de toekomst stellen (lange termijn) maatschappelijk belang boven financieel gewin op de korte termijn. Je hoeft geen social enterprise te zijn om je steentje bij te dragen aan een betere wereld. Ieder bedrijf kan sociaal zijn in de manier waarop de onderneming wordt gevoerd. Het grote verschil met social entrepreneurs is dat ze winst maken binnen de randvoorwaarden People en Planet.

De drive en de why van social entrepreneurs is zo sterk, dat ze net die extra stap zetten om hun doel te bereiken. Maar ook binnen een gevestigd bedrijf kunnen social entrepreneurs het verschil maken. Ze hebben vaak alleen een stuk minder bewegingsruimte.

Uiteindelijk zijn het de mensen die het verschil maken.

(bron : Frankwatching – Maatschappelijke waarde: de lessen van Fish Tales, WakaWaka, Yoni & Gispen – Marjan de Jong – 28 maart 2018)

 

Vrouwelijke ondernemers met sociale bedrijven blijken kansrijker

De kop vermoedt veel al dien ik de inleiding dan nog even twee maal te lezen.

Als vrouw word je serieuzer genomen als je een sociale onderneming leidt dan wanneer je bedrijf puur commercieel is. Tot die opmerkelijke conclusie komen hoogleraren Matthew Lee en Laura Huang.

Het verhaal vervolgt zich met de opkomst van de sociaal ondernemingen en geeft kort aan wat hun intentie is. Voor diegenen die het gemist hebben, nog zeker altijd uitleg nodig. Dat we maar wel weten waar we het over hebben.
Ik herinner me nog mijn start tijd waarbij sociaal ondernemerschap echt nog geen begrip was, zelfs voor mij niet. Het was gewoon een ondernemende oplossing voor een sociaal probleem en dat dan duurzaam kon zijn en we op die manier de gelden wat beter konden verdelen, voor die sociale groepen die echt met alle goede van de wereld het niet alleen zouden kunnen rooien; dat was het voor mij.
Het instrument naar een inclusieve samenleving, of in ieder geval een bijdrage eraan.
Maar goed, ik dwaal af; terug naar het onderzoek van Mathew en Laura.

Hoogleraren Matthew Lee en Laura Huang deden onderzoek naar gendereffecten in de wereld van sociaal ondernemerschap – en die blijken er nogal te zijn. Ik las met interesse verder en deel dat graag met jullie.

Gendereffecten

Wereldwijd worden sociale ondernemingen het meest door vrouwen geleid. Hoogleraren Matthew Lee en Laura Huang deden onderzoek naar gendereffecten in de wereld van sociaal ondernemerschap – en die blijken er nogal te zijn. Ben je namelijk een vrouwelijke ondernemer, dan maak je een grotere kans op financiering wanneer je de sociale impact van je onderneming benadrukt. In het onderzoeksblad Harvard Business Review deden de onderzoekers afgelopen week verslag van hun bevindingen.

Om dit te onderzoeken, deden de hoogleraren twee studies. Allereerst bestudeerden ze 43 sociale ondernemingen die gekoppeld waren aan één incubator. Sommige bedrijven binnen deze incubator vertelden in hun verhaal nauwelijks over hun sociale doelen, anderen wijdden meer dan een kwart van hun businessplan hieraan.

Na 421 evaluaties concludeerden de onderzoekers dat bedrijven met een vrouw aan het roer beschouwd werden als minder levensvatbaar dan wanneer een man leidinggaf. Zodra de vrouwen hun sociale doelen benadrukten, steeg de perceptie ten opzichte van hun onderneming – ongeacht of ze met vrouwelijke of mannelijke aanhoorders van doen hadden.

Tweede studie

Hierna voerden de onderzoekers een tweede studie uit, waarbij ze twee bedrijfspitches lieten inspreken door zowel een vrouwen- als mannenstem. De eerste pitch was puur commercieel, terwijl de tweede zowel een commercieel als sociaal element bevatte.

Ze lieten de pitches aan 224 studenten horen en vroegen welke zij als positiever bestempelden. De studenten bleken de puur commerciële pitch serieuzer te nemen als deze door een mannenstem werd ingesproken. Bij de sociaal-commerciële pitch maakte het niet uit of een man of vrouw deze deed. Vrouwen werden dus serieuzer genomen als ze een sociaal element in hun pitch verwerkten.

Warme pitch

De onderzoekers denken dat dit komt doordat er een verband zou zijn tussen hoe warm de ondernemer overkomt en de sociale impact van de onderneming. Uit een eerdere studie bleek al dat vrouwen die warm overkomen eerder als bekwaam worden beschouwd, terwijl dit bij mannen niet zo is. De studenten bleken sociaal-commerciële bedrijven waarover vrouwen pitchten als warmer te ervaren dan wanneer dit puur commerciële bedrijven waren.

Volgens de hoogleraren hebben de resultaten positieve en minder positieve consequenties voor vrouwelijke ondernemers. Enerzijds kunnen vrouwelijke ondernemers er hun voordeel mee doen dat ze serieuzer genomen worden indien zij sociale ondernemingen leiden. Aan de andere kant wijzen de resultaten op een stereotypering in de ondernemerswereld, waaraan de scene de komende jaren hard zal moeten werken.

(bron: Sprout – 12 maart 2018)

Genoeg te doen dus , ook als je leest dat er meer genderverschillen zijn op ondernemend gebied.
Vrouwelijke ondernemers die pitchen voor investeerders krijgen andere vragen voorgeschoteld dan hun mannelijke collega’s. En dat is de belangrijkste reden dat vrouwen gemiddeld minder groeigeld ophalen dan mannen, bleek afgelopen jaar uit onderzoek.

Dus laten wij, als vrouwelijke ondernemers, en de omgeving zijnde de investeerders, de overheid en de corporates, maar eens de volgende fase ingaan. Die stereo typering in de ondernemerswereld ook maar eens onder de loep nemen. Ook bij sociaal ondernemend Nederland. Man en of vrouw, of welk geslacht dan ook; daar start het met Impact maken op de samenleving en geloof me daar zijn mannen net zo goed als in vrouwen, zo ook dat vrouwen prima in staat zijn een corporate te leiden als hun mannelijke collega. Kom op jongens (zou ik bijna zeggen :-)); stap in deze nieuwe tijd en laat genderverschillen geen issue noch de reden van succes meer zijn!

MEER IMPACT MET SOCIAAL ONDERNEMERSCHAP

Ja, dat gegeven dat ondernemers vanuit de impact gedachte meer impact maken, dat is gelukkig zo. Dat die wereld wel degelijk aan het veranderen is en dat sociaal ondernemers als serieuze partij worden gezien die bijdraagt aan de samenleving, gelukkig ook.

Dat steeds meer wethouders zich daar ook over uitspreken en dat ondersteunen,  dat is goed nieuws. Zo schreef Willemien Vreugdehil,  Wethouder uit Ede,  het voorwoord voor de roadmap voor gemeenten van het Stedennetwerk G32. Met als underscore : Meer impact met Sociaal Ondernemerschap.
Het gehele rapport, c.q. Roadmap is te downloaden in pdf. 

Met deze Roadmap willen we gemeenten inspireren met een groot aantal tips en voorbeelden. Zodat we nog meer impact door sociaal ondernemerschap kunnen realiseren!

En zo is ook Wethouder Heutink in Ermelo enthousiast over het sociaal ondernemerschap. Dinsdag 20 februari bracht wethouder Esther Heutink van het CDA Ermelo op de dag van de sociale rechtvaardigheid een werkbezoek aan de Ermelose ondernemer Arie van Buuren. Elke maand brengt wethouder Heutink zo’n werkbezoek aan een Ermelose ondernemer om op die manier gevoed te worden vanuit de samenleving. ‘Sociale rechtvaardigheid gaat niet alleen om rechtvaardigheid tussen landen of de overheid en de burgers maar ook over hoe ondernemers met hun werknemers omgaan.

‘ Ze vindt het daarom belangrijk om maatschappelijk verantwoord ondernemen op de agenda te krijgen van de ondernemers.”

Zo ook wethouder Peter Heijkoop  uit Dordrecht , die bij de bedrijven langs ging die mesnen met een langere afstand tot de arbeidsmarkt een kans geven.  “Sociaal ondernemers zijn heel belangrijk in onze samenleving. Zij laten zien dat iedereen op zijn eigen manier een waardevolle bijdrage kan leveren aan het arbeidsproces. Ik hoop dat deze prachtige voorbeelden ook andere ondernemers stimuleren om meer mensen een kans op werk te geven.”

En zo volgen er meer gemeenten en wethouders die interesse tonen, betrokken zijn en zich hard maken voor deze sociaal ondernemers en daarmee voor het welzijn van hun bewoners in hun gemeente.
Ben benieuwd naar de gemeenteraadsverkiezingen. Lees hier meer over het vergelijkend onderzoek van Social Enterprise NL  van de verkiezingsprogramma’s van de G4 steden en de belangrijkste inzichten.

 

 

Nationale Zorg Innovatieprijs 2018 ; Stem Nu !

De Nationale Zorginnovatieprijs wordt in 2018 voor de derde keer uitgereikt tijdens het plenaire slotprogramma van Health Valley Event. Zorginnovatie.nl heeft tot doel om innovatie in zorg en welzijn te versnellen. Ondernemingen die hun innovatie al uitgewerkt, getest en gelanceerd hebben, kunnen vaak een duwtje in de rug gebruiken om hun bedrijf echt tot een succes te maken. Daarom is de Nationale Zorginnovatieprijs in het leven geroepen. De Nationale Zorginnovatieprijs is een prijs speciaal voor de meest innovatieve onderneming in de opschalingsfase.

Na de selectie van innovaties in de voorrondes van Zorginnovatieprijs zijn er tien genomineerden geselecteerd.

Mijn stem heb ik al uitgebracht en is naar CRDL gegaan. Die had ik al mogen zien tijdens de HeldCareday en was onder de indruk van dit concept. Daarnaast komt het voor mij dichtbij uit persoonlijke ervaring met een familielid.

CRDLT heeft de CRDL ontwikkeld als zorginstrument om Alzheimer patiënten een alternatieve manier te bieden contact te maken met zorgverleners of familieleden. Het interactieve object vertaalt onderling fysiek contact tussen gebruikers in geluid en gebruikt de tastzin als medium voor verbinding. Uiteraard zou dit ook kunnen helpen bij mensen met autisme of een verstandelijke beperking- én hun omgeving

Contact door aanraking

Probleemstelling
Stel, iemand van wie je houdt dementeert. Langzaam maar zeker glijdt zij of hij weg uit de vertrouwde context van het leven zoals jullie het kenden. Jij blijft hier, de ander is er wel, maar ook weer niet. Besef van tijd verdwijnt, woorden worden niet meer gevonden, herinneringen zijn zoek.
Hoe hou je contact? Hoe maak je verbinding met iemand die in een andere realiteit leeft?

Oplossing
CRDLT heeft de CRDL ontwikkeld als zorginstrument om Alzheimer patiënten een alternatieve manier te bieden contact te maken met zorgverleners en familieleden. Het interactieve object vertaalt onderling fysiek contact tussen gebruikers in geluid en gebruikt de tastzin als medium voor verbinding. Het object werkt als een ijsbreker: culturele en sociale conventies die verbonden zijn met aanraking worden omzeild door fysiek contact speels en onderzoekend te benaderen. Hierdoor ontstaat ruimte voor wederkerige communicatie waarin gebruikers vrij zijn de diepte van menselijk contact te verkennen.

Unieke kenmerken
De interactie begint wanneer twee of meer gebruikers contact maken met het object en het circuit sluiten door elkaar aan te raken. Afhankelijk van de manier waarop gebruikers elkaar aanraken, is de ontwikkelde technologie in staat verschillende vormen van aanrakingen te herkennen, zoals bijvoorbeeld vastpakken, wrijven, strelen of kriebelen. Deze variaties kunnen worden onderscheiden en vertaald in geluids- en muziekfragmenten die overeenkomen met de emotionele intentie van het gebaar.

Website
www.contactdooraanraking.nl

Uiteraard zijn er diverse andere indrukwekkende kandidaten, bekijk ze rustig en breng jouw stem uit. Ze verdienen het!

Klik hier om te stemmen op jouw favoriet. Stemmen kan tot 15 maart 13.30 uur en doe je heel eenvoudig met jouw e-mailadres, waarna je een verificatielink ontvangt om jouw stem te bevestigen. Stemmen kan maar één keer, dus doe niks overhaast!

Ga in gesprek met elkaar, overheid en het georganiseerde burgerinitiatief!

De wethouder is zeer te spreken over de Eethoek en de Kleedhoek. “Het zijn twee fantastische initiatieven. Maar wij als overheid stappen pas in het gat daar waar de samenleving hiaten laat vallen. Deze twee initiatieven worden fantastisch gedragen door bedrijven, particulieren en winkeliers. Zij hebben in dit geval de ondersteuning van de gemeente minder nodig”.
Deze bewoordingen van de wethouder in Almelo hielden me nog lang bezig.

De Onderstroom

Het was in de uitzending van Nieuwsuur over deze twee initiatieven in het kader van de Onderstroom in Almelo; eethoek en kleedhoek voor de allerarmsten. Fijn om een dergelijk item te zien in een programma als Nieuwsuur en ben altijd blij met de aandacht die zulke initiatieven dan krijgen (en verdienen). Dat geeft aan dat het al lang geen dromerij meer is en er echt stappen worden gezet om die maatschappelijke problemen het hoofd te bieden op een betrokken wijze vanuit die burger.
Toch bleef de opmerking van de wethouder bij me hangen.
Allereerst zijn regel van wanneer de overheid ergens instapt, zijnde wanneer de samenleving hiaten laat vallen. Geloof me, de mensen die gebaat zijn bij deze oplossingen, vielen al veel langer in een gat. Een gat waarvoor de overheid geen passende oplossing bood.Een hiaat wat al langer pijnlijk zichtbaar was in die samenleving. Waarbij mensen, erin beland door de omstandigheden, gevangen door regels, geen uitweg meer zien.
En diezelfde samenleving probeert hierbij nu elkaar te helpen en samen een oplossing te creëren.

Voorwaarden voor een duurzaam initiatief

Wat ook bij mij bleef hangen was de uitspraak dat deze initiatieven geen steun nodig zouden hebben vanuit de overheid. En dat terwijl de organisatoren best een duwtje in de rug kunnen gebruiken om dit duurzaam door te zetten.
Zoals van Baaren, initiator en trekker van de beide initiatieven, samen met haar man aangeeft. “Ja, al die uren. Als ik zou gaan werken zou ik wellicht meer te besteden hebben, dan de zeventig euro in de week nu. Maar mijn conclusie is dat ik het niet anders wil”.
De afwezigheid van subsidie betekent wel dat van Baaren geen cent krijgt voor haar werk in de gaarkeuken. Haar man heeft inmiddels een tijdelijk baantje, maar samen hebben ze nog steeds niet meer te besteden dan die zeventig euro.
En begrijp me niet verkeerd, ik ben voorstander van dergelijke ondernemende oplossingen en niet altijd van subsidie en toch geloof ik dat de rol van de overheid beter en anders kan.
Mijns inziens werken dit soort burger initiatieven fantastisch. Sneller, flexibeler, creatiever en vaak met meer impact dan menig overheidsvoorstel. In eerste instantie zijn ze immers ook ontstaan door een falende overheid al zat daar de essentie van mijn ongemakkelijkheid niet in.
Uit de ervaringen weet ik wat voor druk er vaak op deze vrijwilligers komt te staan en hoeveel tijd er nodig is om steun te krijgen, financieel en in natura. Het werven van deze steun is arbeidsintensief en wordt ook nog vaak bemoeilijkt door de regelgeving. Dus om aan te geven dat de overheid daar geen rol in hoeft te spelen is mij iets te makkelijk.
Zo lang er nog regels zijn die beperkend kunnen werken, vrijwilligerswerk en dergelijke initiatieven nog niet algemeen ondersteund en erkend worden, is er zeker nog een rol voor de overheid weg gelegd. Meer in de voorwaarden scheppende sfeer.
Een rol in het faciliteren en ondersteunen daar waar het nodig is. Zoals het creëren van mogelijkheden voor dat vrijwilligerswerk, steun waar nodig in het aanpassen van die regelgeving zodat deze stimulerend werkt. En bijdragen in natura en ook financieel als blijkt dat de trekkers van een dergelijke organisatie te kwetsbaar zijn. Zij, die zo zorgen voor die oplossingen voor de meest kwetsbaren onder ons, verdienen toch die steun waar nodig.

Ga met elkaar in gesprek

Dus overheid, trek niet gewoon jouw handen ervan af. Verdiep je in wat er nog nodig is en hoe je daar als overheid een bijdrage aan kan leveren. Hoe kan je ondersteunen en wat ondervinden de organisatoren als belemmeringen? Zorg ervoor dat deze oplossingen duurzaam zijn. Ga met elkaar in gesprek en verken samen de mogelijkheden van wat er nodig is en wie daarvoor kan zorgen. Neem de faciliterende rol in als overheid al is dat soms zoeken. Blijf zoeken overheid en vindt jouw rol daarbinnen.
Vind samen een gezonde balans en wisselwerking, waarbij wellicht een herziening nodig is van taken en rollen.
Want elkaar vinden is niet zo moeilijk aangezien je beiden gaat voor dat gemeenschappelijke doel.
Ik houd het er maar voor nu op dat de opmerking van de wethouder wellicht voortkwam uit geldgebrek van de gemeente en de onwetendheid wat je als overheid wel kan doen, al is dat wellicht net even anders dan dat je altijd gewend was.

We zijn op weg en in vele gevallen gaan die partijen met elkaar in gesprek. Al vind ik het, ongeduldig als ik ben na jaren werkzaam in dit maatschappelijke veld, soms best nog lang duren!

 

 

10 jaar sociaal ondernemen ; verhalen van sociaal ondernemers

In het kader van terugkijken en ook ik, op weg naar mijn veertiende jaar, heb er behoefte aan om te kijken naar de route van het sociaal ondernemerschap in de afgelopen tien jaar.

Ook ik beleef de route van een sociaal ondernemer als bewogen in deze jaren. Wellicht niet altijd vanuit dezelfde invalshoek als de sociaal ondernemer zelf aangezien ik vaak aan de zijlijn sta bij hun ontwikkelingen. Wel met diezelfde passie en betrokkenheid en zeker hetzelfde doel: de wereld meenemen naar een inclusieve en solidaire samenleving.

Dank aan Social Enterprise NL die deze dagen de verhalen deelt van sociaal ondernemers van het eerste uur en vraagt ze terug te kijken op de afgelopen tien jaar. Gezien de aard van de ondernemingen richten deze verhalen zich met name op de arbeidsparticipatie en wat dat heeft opgeleverd na deze jaren. Dat er meer in beweging is op het gebied van sociaal ondernemerschap zien we, ook bij deze ondernemers. Een mooie aftrap van fff terugkijken.

Honderden mensen die voorheen thuiszaten hebben ze aan een betaalde baan geholpen. Een miljoenenbesparing voor het UWV, maar belangrijk nog; het zit in hun DNA om iedereen op een ondernemende manier een kans te geven in de maatschappij. AutiTalentCtaste en The Colour Kitchen stonden aan de vooravond van de beweging van sociaal ondernemerschap en vieren dit jaar hun 10-jarige jubileum. Wat levert tien jaar sociaal ondernemen op? En wat is ervoor nodig om een succesvolle sociale onderneming te draaien?

Het is mooi om te zien hoe die ondernemingen terugkijken op hun impact; in harde cijfers en ook in kwalitatief oogpunt.
‘Waar we vroeger de vreemde eend in de bijt waren, zien we nu een groeiende beweging van sociaal ondernemers. Er worden verhalen gedeeld en die inspireren anderen ook weer om impact te maken. Sociaal ondernemen levert gewoon heel veel op voor de maatschappij’, aldus Sandra Ballij, oprichter Ctaste. Sociaal ondernemers zoeken vernieuwende oplossingen voor maatschappelijke problemen, zoals bijv. klimaatverandering, armoedebestrijding en arbeidsparticipatie. Ctaste, The Colour Kitchen en AutiTalent richten zich op die laatste categorie en creëren banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. ‘70% van de mensen met een zintuiglijke beperking is werkloos, dat kan echt niet.

De afgelopen jaren hebben we meer dan 150 mensen aan het werk geholpen, die anders thuis hadden gezeten. Dat is een heleboel geld; zoveel mensen, maal zoveel uitkeringen’, aldus Sandra. Paul Vermeer, oprichter AutiTalent, sluit zich hierbij aan: ‘We hebben miljoenen voor het UWV bespaard.’ Belangrijker vindt hij echter dat ze 175 mensen met autisme aan een baan hebben geholpen. ‘

10 jaar geleden was sociaal ondernemen onbekend

‘Tien jaar geleden stond die manier van ondernemen nog helemaal niet bekend als sociaal ondernemen, we waren gewoon een detacheringsorganisatie’, aldus Paul. ‘Vroeger noemden we ons restaurant het commerciële concept en het opleiden van mensen het maatschappelijke concept’, vertelt Joske. Terugkijkend in de jaarverslagen ontdekt ze dat ze in 2011 sociaal ondernemen voor het eerst noemde. Van onbekend tot een begrip: langzaamaan treedt een cultuurverandering op. ‘Wij stonden met The Colour Kitchen destijds aan de vooravond van de beweging van sociaal ondernemerschap en ik vind het gaaf om te zien dat we steeds meer (h)erkenning krijgen. Ik geloof dat sociaal ondernemen de nieuwe manier van ondernemen wordt’, aldus Joske.

Sociaal ondernemen is je kop boven het maaiveld uitsteken

‘Als sociaal ondernemer begeef je je in onbekend gebied, dat is niet makkelijk. Als je daarin succesvol wil zijn moet je je kop boven het maaiveld uitsteken. Je moet eigenwijs en volhardend zijn’, aldus Sandra. ‘We zijn vaak op ons bek gegaan, maar een echte ondernemer gaat ook op zijn bek. Niet alles is meteen een succes. In België hebben we allemaal beginnersfouten gemaakt, omdat we dachten dat hetzelfde daar werkt.’ Ook Joske heeft een weg afgelegd met hobbels. ‘Elke dag heeft iets opgeleverd. En zoals Joey, een van onze leerlingen onlangs zei, het hoeft niet altijd goed te gaan, om een goede dag te hebben.’ Bij AutiTalent hebben ze de afgelopen jaren een belangrijke les geleerd. ‘We willen geen opdrachtgever meer die alleen maar denkt aan zijn eigen belang of subsidies. Die laatste krijgen we trouwens niet. Samen hoge kwaliteit leveren en goed zorgen voor onze AutiTalenten voor een fatsoenlijke prijs, dat is de juiste mindset’, aldus Paul. Ondanks de hobbelige weg zouden alle drie de ondernemers morgen zo weer opnieuw starten. ‘Ik zou morgen echt weer sociaal ondernemer worden en de investering doen om groei bij mensen mogelijk te maken’, vertelt Joske.

Maak gebruik van de kennis en expertise van andere sociaal ondernemers

‘Tips voor startende sociaal ondernemers? Ga het gewoon doen. Denk in talenten en mogelijkheden in plaats van in beperkingen’, adviseert Paul. Om succesvol sociaal te ondernemen, is het belangrijk om vanuit je hart te werken en geduld te hebben. ‘Als je het puur doet, omdat het marketingwise slim is, dan hou je het niet vol’, aldus Joske. Wel plaatsen de sociaal ondernemers hier een kanttekening bij. ‘Je moet niet een te romantisch beeld hebben van sociaal ondernemen. Het maatschappelijke en het financiële aspect moeten in balans zijn. De financiële kant is niks waard zonder het maatschappelijke en andersom. Het is daarom belangrijk om eerlijk en zakelijk te zijn. Als je iemand hebt aangenomen die je het enorm gunt, maar niet goed werkt, dan moet je de samenwerking durven verbreken. Anders heeft je onderneming er uiteindelijk last van’, vertelt Sandra. Ook zien ze het als hun taak om ervoor te zorgen dat de huidige sociaal ondernemers niet dezelfde fouten maken. ‘Door de lessen van de afgelopen jaren te delen, versnellen we de beweging. Vind niet het wiel opnieuw uit, maar maak gebruik van onze kennis en ervaring’, aldus Joske. Paul sluit zich hierbij aan. ‘Wij helpen andere sociaal ondernemers met het opzetten van een goed businessmodel, zodat ze nog meer impact kunnen maken’. Uiteindelijk hebben The Colour Kitchen, AutiTalent en Ctaste allemaal hetzelfde doel: de wereld meenemen naar een inclusieve en solidaire samenleving.

(bron : Social Enterprise NL – december 2017)

Reculer pour mieux sauter

Het einde van dit ondernemende jaar staat zowat voor de deur. Het besef dat het nodig is om even uit te checken is daar, zoals de fransen het zo mooi zeggen : even een stap terug zetten om beter te springen.
Het is een kans om mijn doelen opnieuw onder de loep te nemen en uit te kijken naar een produktief jaar.
Om er zeker van te zijn dat mijn optimisme en enthousiasme goed geplaatst zijn, wil ik mijn jaar beginnen met een solide plan, zodat ik gefocust, op het juiste spoor en in de goede richting ga.

Optimisme is een handige eigenschap. Het is wat me in beweging houdt ondanks obstakels, uitdagingen of omleidingen die mijn passie dreigen te temperen of me af te remmen. Wat realiteitszin kan daarbinnen geen kwaad, zeker als ik de plannen zodanig wil verankeren dat ze ook haalbaar zijn.
Dus voordat ik begin aan mijn creatieve nieuwe plannen en doelen voor het komende jaar kijk ik altijd even terug. Een soort van einde van het jaar beoordeling om te zien welke plannen van het afgelopen jaar het tot een goed einde hebben gebracht.
Het gaat me dan niet enkel om de omzet en de winst en verliesrekening in cijfers, ook om de samenwerking, het plezier en wat ik zoal heb geleerd.

Op welke prestaties ben ik het meest trots op dit jaar? Wat was mijn grootste leerproces? En welke impact zal mijn leren hebben op het nieuwe jaar?

Zo overweeg ik het afgelopen jaar en stel me zelf die en wat andere vragen die een diepgaand effect kunnen hebben op mijn succes en tevredenheid in het nieuwe jaar.

En dan besluit ik een aantal dagen de zaken te laten rusten en mijn tijd door te brengen met de mensen die me dierbaar zijn. Ook dingen ondernemen, al zijn die van andere aard.
Dat zijn alvast plannen die bijdragen aan de start van een mooi en voorspoedig 2018.
En jij ? Neem jij ook die tijd om te reflecteren op het afgelopen jaar en de plannen klaar te leggen voor het nieuwe?
Ben benieuwd tot welke inzichten jij komt.

Voor nu wens ik je mooie en fijne feestdagen en dat je ze mag doorbrengen op die wijze waar je behoefte aan hebt.
Tot in dat nieuwe jaar!

Van 22 december 2017 tot en met 2 januari 2018 sluit Evenaar & Partners de deuren

De gastblog-estafette gaat door!

De gastblog estafette is inmiddels aan de vijfde  deelnemer toe. Zoals in een estafette schrijft elke deelnemer over het aangereikte thema van zijn of haar voorganger en geeft daarna het stokje door, door de volgende een thema of vraag aan te reiken. Vaak een vraag of thema wat hen boeit en geheel op eigen wijze in te vullen en of te interpreteren. Persoonlijk en zakelijk, vaak een kijkje in de ziel van de ondernemer. Herkenbaar voor velen van ons. Je kunt nog alle kanten op, al heb je wel een richtlijn.

 Eelste Abels startte: ‘Het ideeënmens’

Eelste trapte de estafette af met ‘Het ideeënmens’ en gunde ons daarmee een kijkje in haar wereld van onmogelijkheden, die ook weer mogelijk zijn.

Op alles kan ik wel een creatieve oplossing bedenken. Ik heb overal een visie op die net anders is dan waar de meeste mensen aan hadden gedacht.

Tamara de Graaf volgde: ‘Profileren vanuit passie’

Eelste gaf aan te willen lezen over ‘onderscheidend profileren’. Hoe zet jij jezelf in de markt, hoe zorg jij ervoor dat je tussen alle anderen opvalt, dat jouw klant jou vindt? Tamara de Graaf pikte deze vraag op en schreef in haar blog over haar passie.

Als sociaal ondernemer is het naar mijn inziens belangrijk om continue reflectief te zijn naar de omgeving. Zelf geniet ik hier enorm van.

Vervolgens reikte Tamara de volgende gastblogger de vraag aan: Hoe vind jij een balans tussen zakelijke en sociale keuzes binnen jouw onderneming en activiteiten?

En Fiene pakte haar vraag op: ‘Sociale Zaken!’

Fiene benaderde het thema geheel op haar eigen wijze en schreef in Sociale Zaken! hoe zij zich het afgelopen jaar opnieuw oriënteerde in welke bijdrage zij wil en en kan leveren aan de wereld.

In Sociale Zaken komt mijn ervaring in het sociale domein als ondernemer, samen, met mijn doe-kracht.

En hoe kan het ook anders als je haar een beetje kent en haar blog leest, dat zij een thema aanreikte dat haar boeit en waarbij ze nieuwsgierig is naar de verhalen van anderen: 
Hoe ziet een voedende samenwerking eruit voor jou, waar je vleugels van krijgt?!

En Carla pakte haar vraag op: “samenwerking waar ik vleugels van krijg”

Zij beschrijft haar diverse verbindingen en hoe ze elkaar voeden in haar blog

Dat is absoluut een voedende samenwerking want we werken in elkaars verlengde. We zijn stimulerend en inspirerend voor elkaar.

En ook zij sloot  weer af met een vraag voor de volgende en was benieuwd of er een taboe in de samenleving is waar jij je hard voor maakt om het uit de taboesfeer te halen?

De vraag van Carla, triggerde Irene onmiddellijk en bracht haar tot het schrijven van haar blog.

Irene pakte zo haar vraag op met haar “Bijzonder Gewoon “.

Irene deelde haar bijzondere verhaal over haar inspirerende zienswijze en aanpak in haar blog.

Als we van jongs af aan met elkaar opgroeien en elkaar respecteren zoals we zijn, worden we creatief in het vinden van communicatie mogelijkheden en kijken we niet op van “ander” gedrag. Want wat is dan “ander” gedrag?

En ook zij handigt als het ware het stokje over aan de volgende gastblogger en is benieuwd naar jouw verhaal en ervaringen  hoe je een concurrentie strijd voorkomt bij een samenwerking?

Triggert deze vraag jou tot het schrijven van een blog om jouw verhaal te delen?  Mail mij dan via info@evenaarenpartners.net als jij de volgende gastblogger bent.  Ik verheug me er nu al op !

 

 

Ontwikkelingen halen nieuwsbrief in

Als trouwe lezers van de nieuwsbrief missen jullie deze wellicht. De twee maandelijkse frequentie was een vast gegeven en nu merkt de oplettende ontvanger op dat er dit jaar slechts drie zijn verschenen. Is er dan geen nieuws; ja zeker wel!
En we streven ernaar einde van dit jaar ofwel begin komend jaar de periodieke verschijning van de nieuwsbrief weer op te pakken.
Voor nu even een kleine update van achter de schermen.

Op het gebied van Impact meten ontwikkelen we door met ons Programma Impact en blijven we krachten en kennis bundelen met gelijkaardige partners om ook te blijven innoveren.Gelukkig verscheen daar wel de nieuwsbrief vanuit Selab om met jullie de laatste ontwikkelingen te delen. Lees hier meer over op de site van Selab.nl.
De highlights daarbinnen zijn onze samenwerking met de  Sociale Innovatie Fabriek waarbij we elkaar vinden  in het versterken van organisaties met een positieve impact op de samenleving.
Ook richten we ons op de ontwikkeling van een specifieke aanpak voor fondsen en aanverwante organisaties op het gebied van Impact meten en beoordelen. Naast onze Train-the-trainer aanpak  sluiten we hier ook aan bij de ontwikkelingen die de Sociale Innovatie Fabriek in werking heeft gezet en denken we met hen en velen anderen mee vanaf het begin. Wordt vervolgd.

Uiteraard begeleiden wij vanuit Evenaar & Partners nog steeds die organisaties wiens maatschappelijke bijdrage aan de samenleving zorgt voor oplossingen  van die problemen die gebaat zijn bij een dergelijke, vaak vernieuwende aanpak. Dit zonder de toekomst bestendigheid en duurzaamheid uit het oog te verliezen; een gezond business model waarbij de sociale missie en de impact het vertrekpunt zijn.
Vaak sociaal ondernemers dus, op o.a. de gebieden van zorg, cultuur, voedselverspilling en waar het kwetsbare doelgroepen,  die een plek in onze samenleving verdienen, betreft.
Zeer divers al is de rode draad die maatschappelijke relevantie.
Daarbij bouwen wij bruggen tussen de diverse domeinen en ondersteunen bij een ontschottende samenwerking ten behoeve van het programma en of project. Dat blijft mooi werk en tesamen met ons netwerk blijven we ons ook op die terreinen steeds ontwikkelen. Onze gedeelde missie versterkt deze samenwerkingsverbanden en delen blijft vermenigvuldigen :-).

Dus ook al verscheen er geen nieuwsbrief betekent dit dan toch wellicht; geen nieuws is goed nieuws!

Verder maken we ons op voor alweer de laatste maand van dit jaar en je weet; dan is het altijd een beetje een dolle dwaze boel.
Zaken afwikkelen, nieuwe zaadjes planten die in het nieuwe jaar geoogst kunnen worden en die laatste puntjes op de i zetten zodat wij en onze klanten gerust de feestdagen tegemoet kunnen zien.
Ook zullen we de komende maand de planning van de nieuwe training cylus on line zetten en mocht je willen weten wat het aanbod zal zijn, dan lichten we hier vast een tipje van de sluier op.

Nu ben je weer even up-to-date en weet je enigszins waar ik me zoal mee bezig houd, met mijn partners :-).

 

 

 

 

 

 

De sociale kant van transitie en de nood aan “nieuwe samenzweerders”

Hoe zorgen we ervoor dat onze maatschappij en economie zowel groener als sociaal rechtvaardiger worden? Hoe meet je die vooruitgang? Dit zijn de vragen die Vanya zichzelf stelt , zowel als nieuwe coördinator van de milieuorganisatie Arbeid & Milieu, als in de verschillende lokale Kortrijkse initiatieven waar hij bij betrokken is.

Ook ik vraag me dat af, wat betreft verduurzaming en zeker die sociale rechtvaardigheid. Zoals Vanya ook aangeeft is duurzaamheid immers meer dan een ecologische bekommernis.

De 17 Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties illustreren dit. Samen vormen ze een kader om te kijken naar een brede waaier aan effecten van menselijke activiteiten. Ze omvatten de drie dimensies van duurzame ontwikkeling: het economische, het sociale en het ecologische aspect.

Heel wat organisaties gaan aan de slag met de SDG’s, zowel lokale besturen, bedrijven als NGO’s. De SDG’s worden gebruikt als uithangbord; veel actoren verwijzen ernaar in hun communicatie. We willen met z’n allen naar een duurzame, sociale en rechtvaardige samenleving. Maar hoe zit het precies met de sociale kant van deze transitie en de koppeling met deze SDG’s?

Als we het woord duurzaamheid horen, denken mensen vooral aan het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen, het zuiniger omgaan met grondstoffen of de invoering van groene technologie. De sociale kant van de zaak blijft nog te vaak buiten beeld. Het woord ‘sociaal’ wordt vaak gebruikt om duurzame ondernemers te catalogeren als sociale ondernemers. Maar hoe zit het met de sociale gezondheid van deze ondernemers en ondernemingen?

Moeten we niet meer aandacht hebben voor de sociale consequenties van de transitie naar een groenere economie?

Er ontstaan vele nieuwe bedrijven in bijvoorbeeld de maakindustrie, klein qua personeelsbezetting waardoor vertegenwoordiging van werknemers en sociaal overleg niet altijd geregeld zijn. De opkomst van de groene economie met al haar verschillende facetten zoals de deeleconomie, circulaire economie en hersteleconomie, hebben naast de digitalisering en de globalisering invloed op hoe mensen werken en leven.

We zien steeds meer flexibele jobs op het gebied van arbeidsduur, contract en jobinhoud,. Dit leidt tot druk op de lonen en op de kwaliteit van de jobs.

Nu reeds is het slecht gesteld met de psychische gezondheid van onze bevolking. Het aantal depressies en burn-outs stijgt. En ook bij de organisaties die opereren in het hart van deze sociale en duurzame transitie is het ziekteverzuim en personeelsverloop hoog. Je kan je terecht de vraag stellen of er hier geen probleem is.

Zelf experimenteert Vanya  al een tiental jaar met allerhande coöperatieve projecten rond cohousing, stadslandbouw en vluchtelingen. Ik herken veel in zijn verhaal dat hij de wereld zou gaan veranderen, en liefst zo snel mogelijk. En al is mijn werkterrein breder dan die twee, nam ook ik veel risico om projecten van de grond te krijgen.

De herkenbaarheid in het artikel wanneer hij aangeeft dat hij nog steeds trots is op die verschillende projecten, maar hij het  nu anders zou aanpakken. De onzekerheid, de financiële risico’s en de psychische belasting overstegen mijn draagkracht ook.

Een artikel uit mijn hart gegrepen.

Via éénmalige en tijdsgebonden projectsubsidies konden zij de pilootprojecten opzetten.

Hij verhaalt : “Projectsubsidies voor trajectbegeleiding na de pilootfase met onder andere leiderschapsontwikkeling en organisatieontwikkeling bleken onbestaand. Na een jaar moesten we vooral ons plan trekken: doorgaan of verzuipen. Veel idealisme bleef er niet over. Het was werken tot we erbij neervielen, zonder vangnet.

Rome werd naar het schijnt niet in één dag gebouwd. Toch is het dat wat we voortdurend willen. Innoveren. Alles veranderen in een keer. Miljoenen euro’s worden erin gepompt.

Maar consolideren, begeleiden en werken aan een stevige basis, nee, daar doen we niet aan.”

Lees verder over waarom we we sterker moeten inzetten op de grotere beweging en de participatie van iedere burger, niet op die enkele pioniers van de transitie. Ik geloof daar ook in en volg zijn omschrijvingen van het sociaal inter- en  intra – preneurship.

Zijn oproep  over de nieuwe netwerkgerichte samenleving en hoe deze nood heeft aan verschillende rollen onderschrijf ik. . Laten we hiervoor ook inzetten op de noodzakelijke (sociale) vaardigheden en competenties. Laat ons ‘nieuwe samenzweerders’ vormen. Geëngageerde burgers en werknemers van diverse pluimage, die mee hun rol opnemen in deze transitie. Door hun sterktes aan te spreken en hun sociale en coöperatieve vaardigheden te versterken.

Hij gaat ervoor , wij maken er ons ook zeker sterk voor en jij ?!

(bron : Vanya Verschoore

ZERONAUT
Coördinator bij Arbeid & Milieu vzw)